donderdag 9 mei 2019

Straat en stoep; fietsers en voetgangers; geven en nemen

Groningen City Club pleit voor een aantal fietsvrije zones in het stadscentrum. Daar zou het verboden moeten zijn om te fietsen en om fietsen te parkeren. Volgens Erik Bos, voorzitter van de GCC, zorgen de vele duizenden fietsen nu voor een "ongeorganiseerde schroothoop".

Hij heeft over die "schroothoop" geen ongelijk: het is inderdaad een bende. Wat mij betreft moet het op de stoep parkeren van fietsen overal verboden worden. Daar is de stoep niet voor, tenslotte. Het rondfietsen door de binnenstad verbieden is echter pure pesterij. Dat is helemaal het probleem niet: enkel het "wildparkeren" is een probleem.

Anderzijds zijn voetgangers in de stad ook vaak extreem asociaal. Die lopen dikwijls als kip zonder kop de straat op, zonder ooit uit te kijken of er verkeer aankomt. De gemeente maakt dit erger door semi-voetgangerszones aan te leggen, waar voetgangers over de hele straat mogen lopen. Dat geeft voetgangers het gevoel dat iedereen zich overal maar moet aanpassen— maar de straat is niet enkel en alleen voor voetgangers.

Derhalve: verbied overal het op de stoep parkeren, maar verbied voetgangers om als gekken over straat te lopen. Handhaaf dat ook allebei, en handhaaf het streng. Als de stoep ontdaan is van al die fietsen, hebben ze daar tenslotte ook ruimte genoeg om te lopen.

P.S.— Wellicht niet in het straatje van de GCC, maar als je de stoep echt "vrij" wilt hebben, zouden de talloze reclamebordjes die winkeliers pal in het wandelpad plaatsten wellicht ook aangepakt moeten worden. Het zijn niet enkel de fietsen die de voetgangers in de weg staan...

zondag 17 maart 2019

Meten met twee maten

Stel je eens even voor dat een Mohammedaan een moordaanslag pleegt op een vreedzame bijeenkomst van, zeg eens wat, de organisatie Voorpost. Je mag er blind vanuit gaan dat de media dan in ieder artikel zouden benadrukken dat Voorpost "extreem-rechts" is, en dat alle berichtgeving minstens zou impliceren dat de standpunten van Voorpost die aanslag hebben uitgelokt. Een aantal journalisten zou zelfs expliciet zeggen dat de doden het aan zichzelf te danken hebben-- zoals ze dat ook expliciet durfden te zeggen over Pim Fortuyn en Theo van Gogh.
Nu wil het feit dat die moskee in Nieuw-Zeeland, waar door een soort radicale eco-terrorist een moordaanslag is gepleegd, meerdere jihadisten heeft voortgebracht. Die jihadisten gingen naar trainingskampen in Jemen, om te leren hoe ze de ongelovigen moeten en kunnen afslachten. Dezelfde moskee nodigde ook regelmatig jihadistische imams uit als spreker, die daar opriepen tot geweld tegen ongelovigen.
Nochtans heb ik niet één journalist zien suggereren dat de slachtoffers het in dit geval dan óók (een beetje of geheel) "aan zichzelf te danken hadden". Indien je als Westerling tot een organisatie behoort die geweldloos(!) radicale uitspraken doet, dan is dat genoeg reden voor een kapmes in je nek. Maar indien je als islamiet tot een organisatie behoort die actief oproept om anderen met een kapmes in de nek te hakken... dan ben je een onschuldig lammetje.
Ik ben geen voorstander van aanslagen. Hoe graag bepaalde mensen mijn schrijven ook expres verkeerd zouden willen uitleggen; dit is geen goedkeuring van aanslagen op moskeeën. Dit schrijven dient om de hypocrisie aan de kaak te stellen, die thans gangbaar is in alle mainstream berichtgeving. Het meten met twee maten moet ophouden.

woensdag 6 maart 2019

Historisch effect, menselijk gedrag en de voorspelbaarheid van de geschiedenis

Het gedrag van individuele mensen in de nabije toekomst is in hoge mate onvoorspelbaar. Het gedrag van individuele mensen over een veel langere termijn is veel beter voorspelbaar. Er zijn absoluut uitschieters, waarbij bepaalde ervaringen het gedrag drastisch aanpassen, maar in de meeste gevallen is de persoonlijkheid van een mens behoorlijk stabiel. Het typische gedrag van een mens gedurende zijn leven, dat wordt gestuurd door zijn persoonlijkheid, is dus redelijk te voorspellen op die basis.

He gedrag van grote groepen mensen is nog veel beter voorspelbaar. Mensen reageren natuurlijk verschillend op situaties, maar hoewel sommige mensen heel uitzonderlijke gedragingen/reacties vertonen, reageren de meeste mensen op een heel "conventionele" manier in een gegeven situatie. Omdat dit het geval is, zijn de uitschieters (de uitzonderlijke mensen) als kringen in een plas water-- de gevolgen van hun uitzonderlijke gedrag vervagen snel weer in het normale oppervlak van het geheel.

Het gedrag van grote groepen mensen over lange perioden is in hoge mate voorspelbaar. Om deze redenen ben ik niet verbaasd dat we dezelfde ontwikkelingen (dezelfde cycli) terugzien in de geschiedenis van culturen over de hele wereld, de afgelopen millennia. De individuele mensen zijn altijd uniek zichzelf. De mens als soort, echter, is per definitie een generalisme, en is tevens hoogst onveranderlijk. De "gemiddelde mens" is daarom even voorspelbaar als de individuele mens onvoorspelbaar is.

(Dit is allemaal niet heel vreemd: wanneer ik het gemiddelde IQ van een bevolking ken, kan ik immers ook behoorlijk accurate uitspraken doen over de intellectuele prestaties die ik van die populatie verwacht. Wanneer ik één persoon uit die populatie tegenkom, kan ik niet meer dan een vage verwachtingswaarde uitdrukken, die er totaal naast kan zitten. Dit is de wet van de gemiddelden.)

Hoe anders de individuele mensen ook zijn geweest, in Rome, in Mesopotamië, in Egypte, in China, in Midden-Amerika etc. etc. -- de geschiedenis van hun beschavingen is altijd onderhevig geweest aan hetzelfde historische effect. En dat effect is het gevolg van de (relatief) onveranderlijke aard van de mens als soort.

Deze observaties leiden mij tot de conclusie dat wie inzicht heeft in de aard van de in hoge mate voorspelbare cycli die menselijke culturen doormaken, ook in staat zal zijn vrij accurate uitspraken te doen over de toekomst van onze eigen cultuur. Waarbij overigens wel moet worden geobserveerd dat het dan, per definitie, uitsluitend over observaties van algemene trends en ontwikkelingen kan gaan. De vorm van de cyclus is altijd hetzelfde. De specifieke invullingen en uitdrukkingen ervan, de details, zijn uniek voor iedere cultuur.

woensdag 21 november 2018

Social responsibility, Christian virtue and the ills of government-run healthcare

It truly astounds me that there are quite a lot of supposedly traditionalist Catholics who actively promote coercive redistribution of wealth. They do not seem to realise that this is fundamentally antithetical to Christian virtue. For instance, you can regularly witness supposedly traditionalist Catholics stating that government-run healthcare (which they often even call "free healthcare") is essentially good, and only impossible at present because of countless numbers of irresponsible degenerates who parasitically leech off the system. They explicitly state their belief that in a conservative, Christian society, government healthcare would be fine and dandy.

I must disagree, and when I recently expressed that disagreement (indeed on the subject of so-called "free healthcare"), I was asked to explain my reasoning. Naturally, I did so quite gladly. What will follow here is a somewhat more expansive and refined version of my initial reply. I think it might be of some use to share it publically.

The fact of the matter is that the position of these supposedly traditionalist Catholics perplexes me. They defend a system that is parasitical in its very core by claiming that it would be good if only the parasitic excesses were somehow removed from it. Do they not understand that the system itself fosters that parasitism, and that it therefore legitimises the degeneracy associated with it? And do they not comprehend that this in itself is enough to condemn the system of "government healthcare" wholly and unequivocally?

Even if they somehow fail to notice this, or have some excuse about how their proposed alterations to the system would curb those excesses... their arguments are purely utilitarian. Now, utilitarianism is indisputably the morally hollow creed of the modernist; of the man-as-machine, of the culture that reduces society to a mere collection of inhuman processes. If they were truly traditionalists, and if they were truly Christian, and certainly if they were truly Catholic, then they would know that utilitarianism is in no way a valid argument. Instead, they would know to look elsewhere-- namely to the tradition of natural law.

If they did this, they would soon realise that their premises are flawed and their ethics clouded. After all, "free" healthcare simply doesn't exist. It may perhaps be true that the system of state-enforced redistribution could get somewhat more viable if you were to remove all the "useless eaters" (as the commies themselves put it), but that doesn't make it free. It's still based on the theft and redistribution of wealth by the government. Not only that, but to see people as "useless eaters"—rather than the victims of sin who deserve our human and personal compassion—is in itself deeply disturbed.

We may say, therefore, that some "utilitarian fix" for the system of government healthcare can at best make it "just" immoral, instead of immoral and flat-out impossible in the long term. If that is the best case scenario of the approach that these supposed traditionalist Catholics advocate, then how Christian is their approach, really? Should they succeed in getting it done (which is doubtful in itself), would we then be justified in calling that a victory of virtue? I think not. On the contrary.

Let there be no doubt: there are countless admonitions in the Bible for all of us to practice charity and kindness, but none that allow us to steal from others, give away the wealth of those others, and then pride ourselves on that ill deed. In fact, "thou shalt not steal" is fairly clear. When one steals in order to be a false-faced benefactor, one is guilty not only of theft, but of a twisted and self-aggrandising pride. That it is purportedly done with good intentions matters not one bit, since we know very well that those good intentions have ever paved the road to hell...

It does not matter whether this twisted act of theft is carried out for the sake of healthcare, subsidies, welfare or any other goal that should theoretically be noble. Evil means cannot bring about good ends. To sanction evil in the name of doing good is precisely the easy way to get it done, the way of abusive power... the Satanic way of doing things. The way we must reject. The way of the just, conversely, entails that we ourselves must take responsibility for the things that we believe must be done, instead of mandating government thugs to steal from others.

One may at once conclude the obvious, then: that it is our personal, Christian duty to actively extend a hand to others. And that to provide healthcare is not a governmental task, but a communal responsibility. I do not think that I need to explain to these Catholics that the best way to do this on any scale beyond the directly interpersonal is almost invariably to do it via the Church. Indeed, the irresponsible hand-over of all power and all manner of social missions to the state has terribly injured the Church in its social capacity. The Church once had the capacity to bind social work and spiritual work together into one sacred mission. The state is wholly unspiritual (in fact it is anti-spiritual), and now the social and the spiritual are too often divided by a great chasm.

Removing all aspects of social welfare from the abusive hands of the government, and returning them to a multitude of communal networks and societies—most of them Christian in nature—will quite literally do wonders for society. When such concerns are returned to the hands of organic, rather than artificial communities, we will soon see a far greater respect for the human soul. A government is a system, a machine, a great automaton. It is defined by regulation and policy, and to its method of operation, such things as mercy and charity can only ever exist in the abstract. If we want virtue to be tangibly expressed (to be made real in the world) we must not put our faith in government, but in each other. Community must replace bureaucracy, and in many cases, Church must once again replace State.

As a further consideration, I would urge Christians to keep in mind that the current government-funded (so actually theft-funded) healthcare is also government-controlled healthcare. And then you ultimately end up with true horrors. For instance, with cases in which the government "experts" can decide when infants (such as in the now infamous case of Alfie Evans) are to be "terminated". This, I would argue, is the very depth of depravity. That sort of evil becomes possible when the state is raised up to be almighty, and to exert authority over all aspects of life. To avoid it, we must ensure that responsibility and authority remain in the hands of moral actors, instead of soulless bureaucracies.

All of this is why government healthcare is always inherently immoral, and furthermore why every sort of overbearing government (including all possible manifestations of forced wealth redistribution) are always evil.

vrijdag 2 november 2018

Kanttekeningen bij Jordan Peterson

Aangezien de vrij populaire en (onterecht) controversiële Jordan Peterson weer het onderwerp van menig discussie is: enkele kanttekeningen bij Peterson en zijn gedachtegoed vanuit mijn (bepaald niet 'mainstream') perspectief. Laat ik beginnen door te zeggen dat Peterson geheel ten onrechte controversieel is, en dat de felle kritiek aan zijn adres duidelijk illustreert hoe extreem links de huidige maatschappij thans is. In werkelijkheid is Peterson een vrij gematigde academicus die standpunten inneemt die geenszins gewaagd mogen heten. Mijn primaire kritiek op hem is dan ook beslist niet dat hij "eng" en "extreem rechts!!!" is, maar juist dat hij eigenlijk -- om het maar even grappig te formuleren -- een schaap in wolfskleren is.


PUNT 1. --- Peterson is een modernist. Hij flirt met de waarde(n) van traditie, hetgeen méér is dan veel anderen doen, en dat siert hem. Hij verzet zich tegen de wanstaltige excessen van de moderniteit (zoals haat-feminisme en nihilisme), en dat maakt hem populair bij anderen die óók inzien dat deze excessen puur vergif zijn. Maar Jordan Peterson is uiteindelijk iemand die de moderniteit van zichzelf wil redden.

Wat hij verdedigt en uitdraagt is uiteindelijk een mens- en maatschappijbeeld dat inherent modern is. Sommige mensen vinden dat natuurlijk een sterk punt, maar ik zie dat als zwakte. Peterson vecht tegen talloze uitingen van cultureel Marxisme, maar lijkt niet helemaal door te hebben dat hij nog steeds zelf óók een product is van de bredere achtergrond waaruit dat cultureel Marxisme is ontstaan. Met andere woorden: Peterson heeft niet door dat de 'excessen' die hij wil bestrijden geen foutje, maar een onvermijdbaar element zijn van de moderniteit.

Dat hij begrijpt dat de excessen kwalijk zijn maakt hem natuurlijk véél minder vergiftigd is dan de meeste mensen, maar omdat hij niet snapt dat het modernisme zelf het ware gif is, en hij de moderniteit blijft verdedigen, is hij onbedoeld (neem ik aan!) zelf toch nog steeds een gifmenger. Hij verspreidt de dodelijke misvatting dat de moderniteit in de kern goed is, terwijl het tegendeel natuurlijk waar is. Dat Peterson wel kritiek heeft op de excessen van de moderniteit maakt hem in relatieve zin "goed", maar wanneer je hem naast (echte grote denkers zet (waarmee ik doel op traditionalistische denkers), blijkt hij snel niet méér te zijn dan een bleke imitatie. En hij kan ook onmogelijk méér zijn, want in de kern verdedigt hij iets dat fout is.


PUNT 2. --- Dit laatstgenoemde element brengt ons tot het volgende punt van kritiek: Peterson heeft eigenlijk geen originele ideeën. Dit is een bekende kritiek, die ook vaak (en niet geheel ten onrechte) wordt neergelegd bij Ayn Rand (óók een modernist, die weliswaar véél beter was dan het gros aan 'denkers', maar die traditionalisme wel onterecht zwart maakte). Nu is het zo dat Rand wel nog geheel eigen toevoegingen had. Vaak herhaalde zij echter slechts denkbeelden die al veel eerder bestonden (en vaak zonder bronvermelding). Peterson heeft daarentegen géén originele bijdragen. In al zijn werken en lezingen herhaalt hij vooral gedachten die origineren bij (vooral) Solzjenitsyn, Dostojevski, Jung en Nietzsche.

Wel moet worden gezegd dat hij dit expliciet toegeeft, en ook voortdurend naar deze vier mannen verwijst. (Hij noemt ook andere denkers, maar deze vier komen in al zijn werk steeds weer terug.) Nu is het herhalen van goede ideeën beter dan het verzinnen van slechte ideeën, dus ik neem Peterson dit geenszins kwalijk. Laat dat helder zijn. Maar ik wil wel duidelijk maken dat Peterson een verspreider is van andermans gedachten, en geen grote schepper van eigen inzichten. Veel van zijn aanbidders zijn totáál onbekend met de klassiekers, en denken daarom ten onrechte dat Peterson een zeer origineel denker is. Niets is minder waar.


PUNT 3. --- Hier volgt wellicht het meest controversiële punt van kritiek. Peterson is een verklaard tegenstander van antisemitisme, en heeft er in dat kader een handje van om iedereen die hij verdenkt(!) van dergelijke gedachten meteen zwart te maken als "pseudowetenschapper". Zelf komt hij met de behóórlijk pseudo-wetenschappelijke "verklaring" voor antisemitisme dat dit geheel voortkomt uit een soort jaloezie onder intellectueel minvermogenden, die het niet kunnen verkroppen dat Joden vaak succesvol zijn (en gemiddeld een hoog IQ hebben).

Hierin ligt hij meteen afschuwelijk in de knoop met zijn eigen intellectuele bronnen. Solzjenitsyn, Dostojevski, Jung en Nietzsche hebben stuk voor stuk fikse kritiek geuit op (bepaalde gedragingen van bepaalde groepen) Joden. Ze zijn allemaal ook fel beschuldigd van antisemitisme. Ikzelf zou die beschuldigingen kenschetsen als zwaar overtrokken, maar volgens de standaarden die Peterson hanteert waren zijn eigen "helden" grote antisemieten! Hij beschrijft ze echter steevast als intellectuele zwaargewichten. Daarmee bewijst hij (zonder het te willen erkennen) dat zijn eigen "antisemitisme is de jaloezie van sukkels"-hypothese onmogelijk kan kloppen. (Althans: het kan niet kloppen wanneer men de definitie van antisemitisme hanteert die Peterson pleegt te gebruiken.)

Peterson bezondigt zich hier dus aan een logische contradictie. Ofwel zijn definitie van antisemitisme klopt niet (en dan heeft hij regelmatig anderen ten onrechte belasterd omdat ze "antisemitisch" zouden zijn), ofwel zijn verklaring van antisemitisme is pure pseudo-wetenschap (en dan is hij een hypocriet wanneer hij anderen precies daarvan beschuldigd).

Belangrijker is echter dat Peterson in zijn hele houding ten aanzien van dit specifieke onderwerp hoe dan ook een hypocriet blijkt te zijn. Hij is immers, zo zegt hij zelf, tegen "identity politics" en juist pleitbezorger van een vrij atomistisch individualisme. Hij ziet groepsdenken als kwalijk, en moedigt mensen aan om zichzelf los te maken van groeps-identiteiten.

Oké, maar hoe kan hij dan rechtvaardigen dat hij wel steeds de verdediging van de Joden als collectieve groep(!) op zich neemt? Wat men ook vindt van deze hele kwestie, Peterson is onbetwistbaar bereid om zijn eigen principes en beginselen opzij te zetten en voor Joden een soort "collectivistische uitzondering" te maken. Zij mogen, anders dan alle andere mensen, wel als groep worden behandeld.

Peterson is daarin het spiegelbeeld van de ware antisemiet, die "de Jood" als een inherent vijandige entiteit beschouwt en alle individuele Joden beoordeelt als slechts individuele manifestatie van "de Jood". Peterson behandelt "de Jood" als een inherent onaantastbare entiteit, en beschouwt alle kritiek op individuele Joden (of hun gedragingen) als een antisemitische aanval op "de Jood". Peterson, die altijd het individualisme predikt, wordt dus opeens een collectivist als het over de Joden gaat! Hij, verklaard vijand van de "positieve discriminatie", doet daar opeens zelf aan wanneer het om de Joden gaat! Dat is bizar.


PUNT 4. --- Uit het vorige punt komt weer het laatste aandachtspunt naar voren, namelijk dat Peterson in deze vreemde "collectivistische uitzondering" zo absurd ver gaat dat hij zelfs nog méér van zijn eigen principes opzij schuift. Zo heeft hij actief opgetreden om mensen die hij verdacht van antisemitisme (of van zogenaamde banden met antisemieten) uit te sluiten van debatten die in het teken staan van (oh ironie!) "vrije meningsuiting". Dat Peterson, die zelf steeds wordt bedreigd met 'de-platforming', anderen met dit zelfde perverse middel aanvalt vind ik extreem kwalijk. Dat hij, die zelf steevast wordt belasterd, anderen met lasterlijke beschuldigingen overgiet, vind ik intens kwaadaardig. Zelfs wie het inhoudelijk 100% met Peterson eens is, zal moeten toegeven dat hij op dit vlak qua methode duidelijk fout zit.

Het valt ook op dat Peterson zijn linkse critici nooit op deze manier aanvalt, maar dat hij personen die flink rechtser zijn dan hij is dus wel aanvalt als hij dat nodig acht. Intellectueel en moreel is dit absoluut niet te verdedigen. Ik beschouw dit als het sterkste bewijs van het feit dat Peterson -- de modernist -- weliswaar beter is dan (extreem)links, maar dat dit hem nog geen ware vriend maakt. Peterson blijkt, wanneer puntje bij paaltje komt, zijn eigen principes niet in ere te houden. Hij is onbetrouwbaar.


Het bovenstaande zal voor de mensen in mijn vriendenkring die idolaat zijn van Peterson niet bepaald comfortabel blijken. Toch meen ik dat deze punten niet onuitgesproken mogen blijven. Laat ik duidelijk zijn: ondanks het feit dat ik Peterson inhoudelijk helemaal niet zo sterk vind, zie ik wel degelijk de bijdragen die hij levert, en schat ik die ook op waarde. Dat er iemand is die de excessen van de moderniteit bekritiseert is al beter dan niets. Hopelijk kan Peterson een groot aantal (vooral jonge) mensen in contact brengen met het werk van veel grotere denkers. Hopelijk laten veel van deze mensen Peterson vervolgens ver achter zich, wanneer zij dieper in de materie geraken.

Juist in het kader van die ontwikkeling, richting een beter begrip, acht ik het noodzakelijk om de fans van Peterson te wijzen op zijn tekortkomingen, en dus flinke kanttekeningen te plaatsen bij hun neiging tot heldenverering. In principe zou hij dat zelf moeten toejuichen, aangezien de groei van het besef dat ook onze helden imperfect zijn volgens zijn eigen narratief een héél gezonde mentale ontwikkeling is.

donderdag 1 november 2018

The Heart of Winter

For someone born in the very heart of summer, I am surprisingly fond of winter. It is no doubt my favourite season, and as time brings us closer to the months of frozen blue skies and cloudy breath, I find myself looking forward in anticipation. At present, it is still too warm for my liking.

Years ago, in school, a girl asked—in response to some no doubt cold-hearted thing I had said, as I quite often do, sometimes even unironically—whether it was always winter in my heart. I have no idea what exact remark of mine prompted the question, but it was presumably meant to be critical. Of course, always one for deliberately missing the point when it suits me, I remember the question because I found it unintentionally flattering.

Yes, of course it is always winter in my heart. What else would it be? The squelchy, fickle insecurity of spring and autumn? The sweltering, oppressive weight of muggy summer? People tend to romanticise summer, of course, but what is summer, other than a great blur of sticky heat, filled with the teeming of insects and the odious stench of rotting garbage?

I may have been born in summer, but I do not live there. My home resides within the crisp, clean clarity of winter. The cold months bring everything into a sharp focus. The stillness of the air allows all tiny sounds to be heard, no longer drowned out by the roar, as in summer. And what is greater than to be out for a walk, deep in some winter night, leaving the first footprints in fresh snow, as above you the cold stars are scattered all across the endless dark?

Yes, I find that there is much to love in winter, and so I keep it in my heart. Surely that is not an altogether strange sentiment? Even if it should be, let me be strange, then. I eagerly anticipate the coming of winter. It really is the most wonderful time of year.

dinsdag 23 oktober 2018

Paleofuturisme

"Victor, wat stel jij je dan voor, wanneer je aan de toekomst denkt?"

Ik zie het verleden. Niet extreem letterlijk het verleden, maar eerder de cultuur en mentaliteit van vóór de zogenaamde "moderniteit".

De typische modernist beschouwt de geschiedenis als een opwaartse lijn, met de liberale democratie als het natuurlijke eindstation. Dit is een illusie. De toekomst is geen simpele projectie van de moderniteit tot in de eeuwigheid. De moderniteit heeft juist onbetwistbaar fundamentele gebreken, dus denken dat de toekomst "modern" zal zijn is een voorbeeld van "trying to ignore the consequences of reality".

De modernistische "Zeitgeist" is eerder een historische afwijking dan een reflectie van de historische norm. Het is sterk te verwachten dat de toekomst in veel aspecten meer op het (pre-moderne) verleden zal lijken dan op het heden. Vergeet niet dat de Grieken koningen hadden vóórdat zij de democratie hadden, en ook weer koningen hadden nadat de democratie een oneervolle dood was gestorven.

De toekomst van Europa lijkt beslist niet op de EU, en lijkt (anders dan sommigen denken) ook niet op Arabië. De toekomst van Europa lijkt mijns inziens nog het meest op het Heilige Roomsche Rijk. (En dan bedoel ik niet dat we letterlijk en technologisch gezien terugkeren naar de middeleeuwen, maar dat de politiek, de cultuur en de heersende mentaliteit van de toekomst sterk zal lijken op die van het pre-modernistische, Christelijke Europa.)









maandag 22 oktober 2018

Napoleon als Keizer van de Oriënt?

Wat zou hebben plaatsgevonden, indien de Britten niet die meesterlijke Horatio Nelson het bevel hadden gegeven over de vloot die Napoleon in 1798 naar Egypte volgde— en hem in de Slag op de Nijl wist te verslaan? Napoleon won op het land (in de Slag bij de Pyramiden). Het verlies van zijn transportvloot was echter een strategische nederlaag die hij niet meer te boven kwam. Geconfronteerd met enkele revolten en een Ottomaans tegenoffensief moet hij uiteindelijk, na een gefaalde poging om in de Levant echt terrein te winnen, terugvallen naar Caïro, en uiteindelijk naar Frankrijk.

Het gefaalde beleg van Akko ('Acre' in het Frans; eigenlijk het oude Ptolemaïs) in 1799 wordt gezien als het breekpunt van de campagne, ook door Napoleon. In 1805, toen hij Frankrijk regeerde als een halfgod, blikte de onnavolgbare Bonaparte terug op zijn tijd in het Nabije Oosten, en schreef:

"Indien ik in 1799 Akko had kunnen veroveren, zou ik mijn soldaten hebben uitgerust met de geschikte woestijnkledij van de vijand, en een zorgvuldige campagne hebben gevoerd waarbij ik mijn schaarse troepen enkel zou riskeren als het noodzakelijk was. Ik zou hen tot een Heilig Batallion hebben gemaakt— mijn Onsterfelijken. Ik zou met verdere hulp van de Arabische Christenen, de Armeniërs en de Grieken de oorlog tegen de Turken hebben voltooid. In plaats van een slag in Moravië zou ik een slag bij Issos hebben gewonnen. Ik zou mijzelf Keizer van het Oosten hebben gemaakt, en ik zou de veroveringsmars terug naar Parijs hebben gemaakt via Constantinopel."

Een fascinerende schets van een alternatieve geschiedenis, maar 'enkel' winnen bij Akko had het verschil niet kunnen maken. Het verlies van de vloot was al een te grote slag geweest, ook omdat het zijn prestige flink had aangetast onder de locale bevolking. Maar laten wij stellen dat, zoals ik al suggereerde, de Britten niet de briljante (doch óók controversiële en 'lastige') Nelson het bevel hadden gegeven? Wie anders had van Napoleon kunnen winnen? Wellicht niemand— of althans niemand die toen kans maakte op het Britsche vlootbevel.

Laten wij ons dus eens voorstellen dan Napoleon in die vroege Augustusdagen van 1798 niet alleen in de schaduw van de pyramiden had gewonnen, maar ook in de delta van de Nijl. Dat het de Britsche schepen waren, die brandend afzonken of in sommige gevallen zelfs door Bonaparte werden buitgemaakt. De Egyptenaren die tegen Napoleon waren zouden dit hebben gezien als bevestiging van de beweringen die Napoleon had gedaan over zijn onverslaanbare aard. (Toen Nelson de Slag op de Nijl won zagen de Egyptenaren dit precies andersom, en vanaf toen begonnen ze in opstand te komen tegen Napoleon. Indien hij de Britten totaal had verslagen waren zij onderdanig gebleven.)

De Ottomanen zouden nog steeds een tegenaanval in gang zetten, via Syrië en de Levant, en Napoleon zou dus ook hier naar het noordoosten moeten marcheren om ze te lijf te gaan. In dit geval zou hij echter steun van een vloot hebben, terwijl de Britten er niet zouden zijn om het belegerde Akko te bevoorraden. Ook zouden er geen tijd, energie en manschappen nodig zijn om diverse locale opstanden neer te slaan. Akko zou dus vallen, waarna voor Napoleon de weg vrij zou zijn om Tyrus in te nemen. En van daaruit? Zeg het maar. Sidon, Beiroet, Damascus, Homs, Aleppo, Antioch en Alexandretta lagen binnen handbereik.

Zou Napoleon de Turken echt hebben kunnen verslaan? Het klinkt ondenkbaar, maar dat Alexander de Perzen zou verslaan was dat geen haar minder. Wat Napoleon er zelf over schreef geeft ons enkele hinten over zijn intenties. Een bondgenootschap met de Armeniërs, de Grieken, en de Christenen in Arabië— waardoor een gelijktijdige aanval op de Turken vanuit drie richtingen mogelijk zou worden. We kunnen ons voorstellen dat Napoleon op deze wijze Anatolië zou hebben veroverd, om zich uiteindelijk in Constantinopel door een oecumenisch gezelschap van Katholieke en Orthodoxe geestelijken tot Oost-Romeins Keizer te laten kronen.

Van zijn zegemars naar Parijs was het waarschijnlijk niet meer gekomen, aangezien Frankrijk in zijn absentie het huis vast wel op orde had gekregen. Hij zou daar door de machthebbers beslist niet verwelkomd worden, daar zij hem—terecht—als bedreiging zouden zien. Wel zou de zegevierende Napoleon de voormalig Ottomaansche Balkan onder zijn gezag hebben kunnen brengen, niet in het minst om dir gebied te ontzeggen aan Oostenrijk en Rusland. Serviërs, Bulgaren, Kroaten en Wallachiërs zouden zich achter hem scharen. Een uitgelezen kans om wraak te nemen om de Turken.

Het Rijk van Napoleon zou zich ook kunnen uitbreiden om Mesopotamië op te slokken, en wellicht naar het westen aan de zuidkant van de Middelandsche Zee, om Libië, Tunesië en Algarije in te lijven. Daarmee zou het Oost-Romeinsche Rijk volledig zijn hersteld. De bevolking zou grotendeels islamitisch zijn, maar Napoleon had klaarblijkelijk het plan om een Christelijke elite te vormen. Ik kan mij met gemak voorstellen dat Serviërs en Bulgaren als een aristocratie de dienst uit zouden maken in Basra en Algiers. Dat Grieken weer de scepter zouden zwaaien over Anatolië. De Assyriërs Nivene zouden herbouwen. Dat de Kopten floreren aan oevers van de Nijl. Dat de Maronieten regeren in Libanon. En dat Jeruzalem weer een Christelijke stad zou zijn.

Voor de islamitische bevolking zou er niets anders opzitten dan wat er voor de Christenen als keus was toen de islamieten de regio veroverden: wie zich niet bekeert, zal ook geen status verwerven. Islamieten zouden dus de onderklasse worden, en Christenen de hogere klasse die prestige en macht geniet. Dit was destijds haalbaar, omdat er toen nog aanzienlijk meer Christenen in de islamitische wereld leefden.

Langzaam zou islam in zo'n scenario het onderspit delven. Het rijk zou geleidelijk weer geheel Christelijk worden. Allemaal omdat Napoleon een andere levensweg bewandelde. Napoleon als de wedergekomen Alexander, die een Oostelijk Rijk sticht en de koers van de geschiedenis voor eeuwig verandert. Napoleon, die na eeuwen voltooit wat de kruisvaarders begonnen waren. Niets meer dan een dagdroom, maar desalniettemin interessant om enkele momenten over na te denken.

vrijdag 19 oktober 2018

Over "postnatale abortus" en de cultuur des doods

"Postnatale abortus" -- kent u die uitdrukking? Een zeer goede vriend van mij deelde een artikel van een paar jaar terug, waarin academici uit Australië daar letterlijk voor hebben gepleit. Hun oproep tot massale kindermoord werd gepubliceerd in het British Medical Journal (bepaald geen obscure publicatie), die de plaatsing verdedigde tegen alle kritiek. De academici en kwestie bleven achter hun voorstel staan, tot op de dag van vandaag. Sterker nog: in het kader van de vreselijke "overbevolking" worden dergelijke voorstellen in bepaalde kringen uitgesproken populair.

De kern van het idee is dat wanneer de redenen waarom mensen hun kind zouden willen aborteren vóór de geboorte worden ontdekt na de geboorte, het toegestaan zou moeten zijn om het reeds geboren kind om te brengen. Zoiets heet normaliter 'euthanasie', of onder normale mensen 'moord', maar de academici verkozen de noemer 'postnatale abortus'.

Hun artikel heet "After-birth abortion: why should the baby live?", en de titel dekt beslist de lading. De schrijvers stellen dat het geen moord is, en dat ze het bewust als abortus aanduiden "to emphasise that the moral status of the individual killed is comparable with that of a foetus (on which 'abortions' in the traditional sense are performed) rather than to that of a child."

Dank u vriendelijk voor deze toelichting, doctor Mengele.

Enfin, het feit wil dat ik dit monsterlijke idee óók al jaren geleden had geïdentificeerd als de onvermijdelijke conclusie van de bestaande rechtvaardiging voor abortus in een laat stadium. Een fundamenteel verschil tussen de essentie van een schepsel vlak vóór en een schepsel vlak na de geboorte bestaat tenslotte niet. Als het doden van de één geen probleem is, dan kan het doden van de ander dat ook niet zijn.

Dat voerde ik destijds op als argument om abortus in een laat stadium niet toe te staan, en te concluderen dat (ongeacht de verdere discussie over een eerder stadium) een ongeboren mens in ieder geval rechten heeft zodra het een functionerend brein en zenuwstelsel heeft. Ik had totaal geen idee dat rond diezelfde tijd, een stel "Verlichte en Moderne denkers" dezelfde redenering doodserieus had opgevoerd als argument om moord op reeds geboren kinderen juist wel toe te staan.

Deze academici hebben de tot in perverse absurditeit doorgetrokken logica van de huidige wetgeving onder ogen gezien, en liever dan een ethisch normale conclusie te trekken, hebben ze gekozen de moordlustige waanzin gretig te omarmen. Wat ik als absurdistische vergelijking suggereerde, werd door deze academici als serieus voorstel geopperd. Natuurlijk zijn het zelfverklaarde philosophen die dit bepleiten. Enkel een "wijsgeer" die in pure abstractie leeft en de echte wereld diep van binnen grondig haat, kan dit soort dingen voortbrengen.

Helaas produceert de Moderniteit bij uitstek het soort "denkers" dat deze dingen bepleit, en het soort mensen dat klaar is om zo'n voorstel te omarmen. Nou, dan weet u dat ook weer. Memes zijn dehumaniserend, maar kindermoord is oké. Welkom in de Moderniteit, en geniet van het Verlichtingserfgoed in optima forma. U vraagt mij wat de cultuur des doods is? Dit is de cultuur des doods.

Modernisten regeren met de zeis, en de allerzwakste zielen zijn altijd hun eerste slachtoffers. Ik breng dit hier ter sprake omdat vrij recent een pasgeboren kind (Alfie Evans) op bevel van de artsen en in strijd met de wensen van zijn ouders is "geëuthanaseerd". Dit ondanks het feit dat minstens twee landen hadden aangeboden om het kind door te behandelen en de kosten daarvoor te willen dragen. De gezondheidsdienst van de staat had besloten dat het kind beter opgegeven kon worden, en zo geschiedde.

De suggestie van deze moderne Mengeles, van deze hedendaagse concentratiekamp-artsen, is dus reeds werkelijkheid geworden. Het is geen theorie meer. Het T-4 euthanasieprogramma wordt stapje voor stapje geherintroduceerd.

Over een paar jaar hoort u ongetwijfeld de aanverwante voorstellen om ouderen verplicht te "euthanaseren". Dat is immers de logische vervolgstap. En dan een plan om iedereen die niet productief kan werken "op te ruimen", en dan om alle politieke subversievelingen "permanent te verwijderen", en dan, en dan, en dan...

Wat mogen we toch blij zijn, dat we in zo'n Verlichte en Moderne cultuur leven. Totdat we zelf gemarkeerd worden voor onze eigen, ah... "abortus", natuurlijk. Dan is het opeens een stuk minder Verlicht allemaal. Maar dan is het te laat.

donderdag 13 september 2018

Modernisten en demonen

Het uiteindelijke stukbreken van de EU komt steeds dichterbij. Hongarije weigert mee te werken aan zelfvernietiging, en moet daar volgens de Eurocraten voor worden gestraft. Het zal niet gebeuren. Andere landen zullen een veto uitspreken. Andere landen die het óók niet eens zijn met de kosmopolitische waanzin die de EU probeert af te dwingen.

Derk Jan Eppink, in een scherp commentaar op de hele kwestie, weet het als volgt te duiden: "Sargentini, Timmermans en de juichende leden van het Europees Parlement hebben gisteren in Straatsburg demonen doen ontwaken die zij niet beheersen. In feite bewerken zij daarmee het einde van de EU."

Hij heeft gelijk. En niet alleen het einde van de EU wordt op deze manier onvermijdelijk gemaakt, maar ook het einde van de zogenaamde Moderniteit als geheel. Wat de Eurocraten hier doen is namelijk tekenend voor de modernistische "aanpak". Daarom is de verwoording van Eppink ook zo bijzonder treffend: demonen, inderdaad. Duivels die uit de fles worden gehaald om wéér een radicaal doel te bereiken-- maar die in werkelijkheid enkel onheil kunnen en zullen brengen.

Vrij weinig mensen zullen weten dat de Moderniteit zelfs met zo'n exercitie is begonnen. We kunnen immers stellen dat de Modernistische (wereld-)orde van natie-staten, naar het principe "Cuius regio eius religio", is beklonken met de Vredesverdragen van Westfalen, die de Dertigjarige Oorlog beëindigden.

Die oorlog is begonnen omdat Frederik V van de Pfalz geloofde in de mystieke beloften en bezweringen van Rozenkruisers, alchemisten en toverkollen dat hij (door Koning van Bohemen te worden) een magisch rijk kon stichten en een bovennatuurlijke wedergeboorte van Europa kon bewerkstelligen. Een nieuw tijdvak zou aanbreken, de Katholieke Kerk zou worden verwoest, en de mystieke Verlichting der Hermetici zou zich verenigen met de theologie van de Protestanten. De Nieuwe Wereld-Orde!

In naam van zijn ambities (daarbij aangedreven door zijn vrouw, die dit allemaal nog veel vuriger geloofde), liet Frederik V een duivel uit de fles. Dertig jaar bloedvergieten. De Protestanten en de mystici hebben daarmee het oude Europa gesloopt. Ze hebben min of meer letterlijk het hart uit Europa gesneden door het Heilige Roomsche Rijk in het verderf van een zinloze oorlog te storten. Wie demonen oproept, mag ook verwachten dat bloed-offers vereist zullen zijn.

In die geest is de Moderniteit ontstaan. Het mag dan ook niet verrassend zijn dat alle modernistische gekken en griezels in dergelijke methoden hun heil zoeken. We zien het bij Robespierre en de Terreur der Jacobijnen, wie zien het in de gaskamers en de goelags. Dit zijn de tekenen des tijds. Modernisten zullen altijd duivels ontketenen om hun eigen ambities te verwezenlijken-- hoe hoog de prijs ook is. Ze zullen altijd onverantwoordelijke beslissingen nemen, zonder te begrijpen wat de gevolgen zijn.

Ook nu weer. Ook ditmaal grijpen de megalomane kinderen van de Moderniteit naar radicale middelen om hun wil op te leggen aan de wereld. Maar de wereld laat zich niet in een keurslijf persen. Wie demonen uit de fles haalt, mag verwachten dat daar ellende op volgt. De kinderen van de Moderniteit zullen hun eigen Wereld-Orde in as leggen. Voor Frederik V was het niet anders: van zijn ambities is niets terecht gekomen, en hij eindigde in ballingschap (in Den Haag). Duivelspraktijken brengen nooit iets goeds voort. Enkel de verwoesting wordt gerealiseerd.

Zo zal het ook eindigen met de EU en met de Moderniteit zelf. Gedreven door hun ambitie zullen de Modernisten hun eigen ondergang veroorzaken. Aan hun maatschappelijke, politieke, economische en spirituele (wan)orde is niets van waarde verloren. Maar het einde ervan zal wel afschuwelijk leed met zich meebrengen. Geboren in drie decennia bloedvergieten zal de Moderniteit ook weer eindigen in een vergelijkbaar tafereel.

Demonen hebben nu eenmaal hun prijs.

vrijdag 31 augustus 2018

On the duty to mind one's own business

There is a distinct tendency among ethicists in the West to stress a perceived duty to always help other human beings in distress. In many Western countries this has become—not co-incidentally—enshrined within the frame-work of legal dictates imposed by the government upon all persons. The very idea of the "obligation to help" is the fundamental ethical legitimation of socialist ambitions and in fact of all redistributative schemes. Some have even argued that it is a fundamentally Christian principle.

At most, it is a principle deriving from a deliberate misreading of Christian ethical traditions. There is, you see, a very powerful counter-argument to be made. The refusal to help does not stem (as the socialists like to claim) from an inherent lack of empathy, but from an opposite and more fundamental ethical obligation: the duty to mind one's own business. Why? Because we ought to treat other human beings as possessing moral agency (a notion which really is Christian). This implies that we must respect their choices, insofar as they render no harm upon the innocent, even when we believe those choices to be very poor indeed.

This is doubly important because in many cases, we lack sufficient knowledge to interfere in others' lives in ways that are actually helpful. Our (presumably well-meaning) tendency to coddle may very well do more harm than good.

A truly "Western" and also truly Christian ethical stance would be to leave people be, so long as they cause no harm to you or to any third party, and to only help them when they ask for it. And even then, you should provide aid on an individual basis, because you choose to. The moment you are forced into it (by, say, the government) your actions by definition cease being ethical— because at that point, moral considerations are taken out of the hands of the relevant party. We call that tyranny.

woensdag 29 augustus 2018

De misplaatste lof voor John McCain

Na het recente overlijden van de Amerikaanse politicus John McCain valt het op dat er uit allerlei quartieren plotseling lof voor hem is. Met overdreven geslijm wordt opeens gedaan alsof er enkel bewondering kon bestaan voor deze man. Zelfs de mensen die onder zijn dikwijls best lompe en achterbakse aanvallen hebben moeten lijden, worden meegezogen in deze opwelling van typisch Amerikaanse heldenverering. “Over de doden niets dan goeds,” heet het dan. Maar als de doden eigenlijk schoften waren, is het dan niet gepaster om dat eerlijk te zeggen?

zondag 3 juni 2018

Katholieken en Protestanten: metaphysica versus materialisme

Vandaag werd ik aan het denken gebracht over de essentiële verschillen tussen Katholieken en Protestanten. Volgens mij gaat het er uiteindelijk om dat Katholieken in de regel geneigd zijn tot metaphysica, abstractie en symbolisch denken, terwijl Protestanten vaak materialisten zijn, die alleen het concrete (of liever: het geconcretiseerde) willen of kunnen bevatten, en die heel letterlijk denken.
Wanneer we spreken over het Laatste Avondmaal, en dus over de Eucharistie, dan is het voor Katholieken volstrekt aannemelijk en begrijpelijk dat er daadwerkelijk transsubstantiatie plaatsvindt. We nemen werkelijk het lichaam en het bloed van Christus tot ons, en niet alleen maar brood en wijn waaraan we een naampje geven. Voor Protestanten is dit absurd en bevreemdend, want zij kunnen de gedachte niet bevatten dat het één verandert in het ander. Het moet wel een verhaaltje zijn: het is een symbool, en dus niet "echt".
Dit komt omdat Protestanten zo vreselijk materialistisch zijn in hun wereldvisie. Iets is ofwel een overdrachtelijk handeling, ofwel brood wordt letterlijk vlees en wijn wordt letterlijk bloed. En dat laatste zou je dan toch echt wel proeven, niet?!
Katholieken zijn daarentegen heel metaphysisch ingesteld. Het woord "substantie" betekent niet "materie" maar "essentie" voor een Katholiek. De transsubstantiatie die plaatsvindt is dus niet van materiële aard, doch juist van essentiële aard. Het brood veranderd niet materieel in het lichaam van Christus, maar neemt wel die essentie - en dus substantie - aan. De Katholiek erkent als het ware een hogere werkelijkheid, die 'echter' is dan de materie, terwijl de Protestant vastzit in het materiële, en daarmee in de knoop raakt wanneer er iets wordt beschreven dat physiek niet kan. (Maar metaphysisch dus wel!)
Voor een Katholiek houdt iets niet op 'echt' te zijn, gewoon omdat het symbolisch is. Sterker nog: symbolen kunnen echter zijn dan materie!
We zien precies hetzelfde wanneer we kijken naar de neiging tot een strakke predestinatieleer, waar Calvijn zich zo aan bezondigde. Daarmee wilde hij logisch verklaren hoe het toch kon dat God alles voorzag, en dus ook of mensen wel of niet in de hemel zouden komen. Goede werken die men deed konden er dan niet toe doen, want het vooropgezette plan is hoe dan ook onwrikbaar. Vanuit een strict materialistisch wereldbeeld is dit een logische gedachte. Voor de Protestant is zelfs God dus onderhevig aan tijd, en volgt ook voor God het ene moment op het andere moment in een vaste volgorde. Een Protestant moet wel naar predestinatie grijpen om deze paradox -- dus de schijnbare(!) tegenstelling -- "op te lossen".
De notie dat 'tijd' een dimensie is (en dus enkel bestaat binnen het physieke universum) was voor Katholieken echter al intuïtief, lang voordat men wist hoe dimensies eigenlijk werken. (Niet voor niets waren zoveel baanbrekende kosmologen Katholiek!) 'Tijd' geldt wel voor ons, in het materiële universum, maar niet voor God, die de materie ontstijgt. De Katholiek concludeert dus: aha, God bestaat buiten de tijd en neemt alle mogelijke momenten en plaatsen gelijktijdig waar. Het is niet dat God één pad predestineert, maar dat Hij alle mogelijke paden kan zien en dat Hij op alle mogelijke bestemmingen reeds op ons wacht.

zaterdag 12 mei 2018

Ik had vannacht een droom, die me heeft overweldigd zoals dromen dat bijna nooit doen. Het voelde totaal niet zoals mijn dromen normaal aanvoelen.
Ik was in een plaats die op mij overkwam als het Vaticaan, maar niet het Vaticaan was. Het is bijna niet te beschrijven: alsof het de substantie van het Vaticaan daar in zich droeg, maar niet echt de physieke plaats was. Ik was niet verbaasd toen ik een oude houten deur opende, en een kleine ommuurde tuin binnenliep. Ik was niet verbaasd toen er iemand met een witte, stoffen bal een spel aan het spelen was, waarbij hij de bal rustig tegen de muren ketste die hem omringden. Ik was niet verbaasd, tegen mijn over-rationele gevoel voor waarschijnlijkheid in, dat het Paus Benedictus was.
In eerste instantie maakte ik stotterend verontschuldigingen dat ik hem had gestoord, en wilde ik snel weer gaan. Hij verzocht me om te blijven. Ik zag hoe de bal eerder bijna over de muur zijn tuin in was gevlogen, toen iemand anders er in één van de naastgelegen tuinen mee speelde. Toen werd de bal op het laatste moment door een strenge hand tegengehouden, de werper met barse stem toegesnauwd. Ik wist, maar ik weet niet hoe, dat wat ik zag een herinnering van Zijne Heiligheid was. En ik ervoer wat hij erbij voelde: teleurstelling dat degene die hem 'beschermen' niet inzagen dat hij een vredig spel zeker zou waarderen.
In die ommuurde tuin wierpen we samen de bal tegen de muren. Zijne Heiligheid wees mij op een klimplant die kronkelend omhoog was gegroeid, zodat plant een soort nest-achtige vorm had voortgebracht. Als een basket, waar we de bal doorheen konden gooien. Maar de dikke takken groeiden rommelig door elkaar hem, ook boven deze 'basket'-- met als gevolg dat het heel moeilijk was om de bal er goed doorheen te gooien.
We probeerden het toch, vol enthousiasme. Ik merkte dat Zijne Heiligheid bijzonder moe werd, maar hij spoorde mij aan om niet op te geven. Ik herinner me dat ik me er op dat moment over verbaasde dat Paus Benedictus Nederlands sprak. Meteen daarna besefte ik hat hij géén Nederland sprak. En ik ook niet. Ik weet niet welke taal we spraken; alleen dat we elkaar begrepen.
Kort daarna wierp Zijne Heiligheid de bal opnieuw. Ik was ervan overtuigd dat het deze keer zou lukken. Hij had voordat hij wierp een geheimzinnige lach op zijn lippen, alsof hij me iets wilde laten zien. De bal ketste opnieuw af. Ik was enorm teleurgesteld, bijna geschokt. Toen ik me tot Zijne Heiligheid keerde zag ik hem tevreden lachen. En ik wist dat dit was wat hij mij had willen laten zien: de gefaalde poging, en zijn tevredenheid daarover.
Het is helemaal niet dat de worp moet slagen. Het is dat je poogt. Dat maakt het de moeite waard.
Zodra ik dat besefte, leek Zijne Heiligheid veel zwakker dan een moment eerder. "Het spijt mij," zei hij, of althans die gedachte bracht hij op mij over, "maar de pijn is heel erg."
Pas op dat moment besefte ik dat hij zich bewust veel sterker had gehouden dan hij was, puur om mij een ervaring, een inzicht, te schenken. En wellicht een beetje om een spel met iemand te spelen, zonder gehinderd te worden door mensen die meenden dat hij tegen zo'n activiteit in bescherming moest worden genomen. Een fijn spel is de moeite waard, zelfs als het pijn doet. En het leven is een fijn spel.
Terwijl de Paus zich op het gras liet zakken en rustte, wist ik - maar ik weet niet hoe - dat hij door de wereld heen keek, naar iets anders, voorbij de wereld. Ik kon het niet zien, maar op zijn gezicht - alle sporen van pijn verdwenen - kon ik de schoonheid gereflecteerd zien.
Ik werd wakker. Wat ik had ervaren voelde niet aan als de dromen die ik doorgaans heb. De rationele stem in mij zegt dat het absurd is, terwijl een heel ander deel zijn mij meent dat ik arrogant ben door het zelfs maar te denken-' en toch werd ik wakker met de indruk dat ik vannacht op onbegrijpelijke wijze mijn eigen dromen ben uitgewandeld, en een droom van Zijne Heiligheid ben ingestommeld. Zo voelde het. Alsof ik bij hem te gast was, en hij mij met grote warmte verwelkomde.
Het is me niet helemaal duidelijk waarom ik zo sterk de drang heb gevoeld om dit op te schrijven. Deels omdat ik bang ben dat het, in het scherpe daglicht, straks zal vervagen. Maar er zit meer achter. Dit heeft me zo geraakt dat ik er niet zomaar stil over kan zijn, alsof het niet is gebeurd. Want ik ben er van overtuigd dat het wel is gebeurd.

donderdag 26 april 2018

De Republiek Amsterdam - een bevrijding voor de rest van het land

Je kan heel veel zeggen over de monarchie in Nederland. Ik ben te Katholiek om ketterse monarchen enthousiast toe te juichen, en het liefst zag ik het Heilige Roomsche Rijk vandaag nog herboren worden - met de Nederlanden erbinnen. En ja, ik zag de Oranjes hoe dan ook liever als Stadhouders (hun historische rol) dan als zelfverklaarde monarchen (een titel waar ze geen aanspraak op hebben). Maar dan wel als Stadhouders van soevereine gewesten, zoals vroeger.
Dit betekent dan ook geenszins dat ik de linkse republikeinen van deze tijd sympathiek vind. Een goede republiek is een aristocratische republiek. Een linkse volksrepubliek is het ergste dat er is. Dat is echter precies wat de linksige republikeinen willen. En de rode Amsterdammers voorop. Dat blijkt wel: ieder jaar weer zijn er weer commentatoren uit Pyongyang aan de Amstel die Koningsdag willen afschaffen. Liefst stichtte dat volk direct de republiek (en dan eigenlijk graag meteen de communistische heilstaat, natuurlijk).
Ik steun dat van harte. Laat Amsterdam gewoon een republiek worden. Het Paleis op de Dam wordt weer het Stadhuis op de Dam, alle monarchisten en conservatieve rechtsmensen moeten de rode stad(staat) meteen verlaten, en een comité apparatjiks kan aan het werk om een nieuwe grondwet te pennen. Komt vast iets met "eerlijk delen" in te staan. Fijn zo. Veel plezier, jongens en meisjes (en leden van de 186 andere hypothetische geslachten die daar ongetwijfeld erkend zullen worden).
Wel eerst even de balans opmaken, natuurlijk.
Het linkse Amsterdam is altijd voor massa-immigratie geweest, dus alle immigranten (wat zeg ik, alle niet-aangepaste allochtonen) uit heel Nederland worden in de Republiek Amsterdam gedumpt. Het linkse Amsterdam is altijd voor borrow-and-spend geweest, dus de staatsschuld van heel Nederland is eveneens voor Amsterdam. Die linkse fratsen hebben ons genoeg gekost, over de decennia berekend, dus dat is niet meer dan billijk. Het linkse Amsterdam is altijd tegen streng straffen geweest, dus alle gevaarlijke gekken uit alle gesloten inrichting en alle draaideurcriminelen uit heel het land: ook daarheen. Weet je, laten we het nog netter maken: alle leden en sympathisanten van alle linkse organisaties in heel Nederland worden naar Amsterdam gestuurd. Dan zijn die waar ze willen zijn, tenslotte. Een super-linkse, multi-culturele Republiek Amsterdam.
De rest van Nederland is dan - ik schat het ruw - zo'n twee millioen overtollige mensen kwijt (linksen en allochtonen) en heeft dus mooi weer ruimte om te leven. Het Koninkrijk der Nederlanden heeft ook geen staatsschuld meer, heeft geen linkse partijen of organisaties meer, en bouwt een vijftig meter hoge muur om heel Amsterdam heen. Met wachttorens. Op iedere poging die muur te beklimmen zal een spervuur het antwoord zijn. Het omringende water wordt met zeemijnen gevuld, en daarbuiten wordt voortdurend gepatrouilleerd.
De Republiek Amsterdam. Geniet ervan! Ja, het is jammer van die mooie grachtenpanden, maar het Rijksmuseum halen we toch eerst leeg. Progressief links heeft tenslotte niets op met de kunst van dode blanke mannen uit een imperialistisch verleden. In ruil daarvoor krijgt Amsterdam alle moderne kunst uit heel Nederland. Zijn we daar ook mooi vanaf.

vrijdag 6 april 2018

De terugkeer van de traditie

Het wordt steeds duidelijker dat traditie het levensbloed is van iedere cultuur. Traditie verbindt ons met ons verleden, en beeldt op talloze veelzijdige en levendige manieren uit wie wij eigenlijk zijn, waar wij vandaan komen en - daarom - ook waarheen wij op weg zijn.
Progressieven zijn reflexmatig tegen 'conservatisme', en willen iedereen losweken van 'de verkrampte dwang der gewoonte'. Dat is in de meeste gevallen vast goed bedoeld (ik meen dat oprecht), maar het leidt tot een cultuur zonder wortels. Losgeslagen mensen die niet weten wie ze zijn, of waar ze voor staan. Verbonden met niets, en vervuld met niets dan onbehaaglijke leegte. Dat is niet houdbaar, want een vacuüm zal niet stabiel bestaan. Wat er gebeurt is simpel: andere tradities springen in om de leegte op te vullen.
Met andere woorden: de opmars van de islam in het Westen moet en mag niet los gezien worden van de ontkerstening en de steeds verder toenemende agitatie tegen al onze traditionele waarden en gebruiken. Om die reden is het zo belangrijk dat wij onze aloude feestdagen handhaven. Dat wij Zwarte Piet behouden, het paasvuur ongemoeid laten branden, en vuurwerk afsteken om het nieuwe jaar in te luiden.
Wij moeten onze tradities hooghouden, zonder excuus of compromis. En minstens net zo belangrijk: wij moeten de tradities van anderen hier niet omarmen. Islamitische feestdagen horen hier niet erkend te worden, bijvoorbeeld. Hun gebruiken en gewoonten horen - wanneer die niet passen bij die van ons - subiet te verdwijnen. 's Lands wijs, 's lands eer, tenslotte.
Gelukkig begint dit besef te groeien. Er komt een omslag aan, hoewel het momentum nog enige tijd zal moeten opbouwen. De sneeuwbal rolt, en later deze eeuw zal de Traditie als een lawine de excessen van de Moderniteit wegvagen.

zaterdag 23 december 2017

Onvolmaakte schepsels

"Hoe kan een volmaakte God een onvolmaakt schepsel scheppen?"
Een vraag van Johann Gottfried Herder, die enige overpeinzing wel waard is. Dit is uiteindelijk mijn antwoord:
Een volmaakte God kan niet anders dan onvolmaakte schepsels scheppen. Een volmaakt schepsel zou identiek zijn aan, en één met, de volmaakte God. Een beetje als "twee eeuwigheden": het voegt niet toe, want toevoeging is overbodig. Dat is de eerste paradox. De tweede paradox is dat zelfs een benadering van volmaking zou vereisen dat de geschapen wezens geen kwaad doen. Dat vereist dat ze geen volstrekt vrije wil kunnen hebben, want ze moeten dan niet kunnen kiezen om kwaad te doen. Maar absentie van vrije wil is een imperfectie in zichzelf! Daarom moet een volmaakte God een universum scheppen waarin vrije wil bestaat, en dat impliceert dat de schepsels in dat universum voor het kwade kunnen kiezen, en daarmee onvolmaakt zijn. Toch is dit de enige weg die open ligt voor een volmaakte Schepper. Wij moeten kunnen kiezen voor het goede, want alleen dan heeft het betekenis.

donderdag 14 december 2017

Over de aard van het kwaad

De aard van het kwaad. Wat kunnen wij daar eigenlijk van zeggen? Ik vraag mij dat af omdat er een fascinerende discussie ontstond toen een lichtelijk verdwaalde geest een nogal beschimpend bericht op Facebook plaatste, aangaande enkele uitspraken die Paus Franciscus onlangs over het kwaad en de duivel heeft gedaan.
Helaas liep die discussie, zoals eigenlijk altijd, snel uit op een verbale strijd tussen gelovigen en atheïsten, die al snel nog maar weinig te maken had met het originele onderwerp. In die escalerende discussie raakte het eigenlijke onderwerp (de aard van het kwaad) snel ondergesneeuwd. Toch zit daarin een aardig vraagstuk. De Paus beschrijft het kwaad - te weten de duivel - als een actieve kracht. Zijn woordkeus is daarbij nogal beeldend, dus hoe letterlijk we dat moeten nemen blijft onduidelijk.
Zelf vermoed ik dat die woordkeus niet de verstandigste is geweest. De aard van het kwaad is volgens mij per definitie negatief. Zoals duisternis de absentie van licht is, zo is het kwaad de absentie van het goede. En precies zoals het licht de duisternis verdrijft, kan het kwaad niet bestaan waar het goede heerst. Omgekeerd zal het kwaad automatisch en moeiteloos heersen waar het goede niet actief aanwezig is.
Daarin ligt een zekere verbintenis met het Christelijke besef dat de mens "geneigd is tot het kwade". Accurater geformuleerd: de mens die niet actief kiest voor het goede, kiest daarmee voor het kwade. Wie neutraal wil zijn, kiest feitelijk partij voor het duister. Dit maakt het kwaad tot iets anders dan de Paus beschrijft. Het is geen actieve macht. Het kwaad schuilt in het verzaken van het goede.
Het kwaad is geen actieve kracht, maar is juist geheel latent. Dat is echter een misleidend attribuut, dat ons het kwaad onterecht doet onderschatten. Het is wel latent, maar ook universeel aanwezig. De uitwerking ervan ligt verscholen in menselijke zwakte. De mens wordt niet actief aangetrokken door het kwaad, maar vervalt er automatisch in door het goede te verzaken. Het goede vereist per definitie morele en intellectuele inspanning, het kwade niet.
Uiteindelijk is het dus morele luiheid waar wij voor moeten waken. Ledigheid, zo blijkt, is nog altijd des duivels oorkussen.

vrijdag 8 december 2017

Donald de Sterke: het onbezongen succes van president Trump

Het is nu meer dan een jaar geleden dat Donald Trump werd verkozen tot president van de Verenigde Staten. Rond de datum van de verkiezing werd er door veel verzuurde commentatoren bijtend opgemerkt dat Trump in een jaar tijd nauwelijks iets had klaargespeeld. Alleen dat al was niet waar, maar het is nóg interessanter dat Trump pas in januari van dit jaar daadwerkelijk aantrad. Pas in januari volgend jaar zit zijn eerste jaar er echt op, en de afgelopen maand heeft hij kort achtereenvolgens meerdere successen behaald.

donderdag 7 december 2017

Tradition and Hierarchy



Wisdom for the ages. Many of those who are, like myself, opposed to the coercive power of the state would nevertheless do well to keep this in mind. A voluntary society will not survive if it becomes an egalitarian free-for-all. On the contrary: a voluntary society will only thrive if it becomes highly hierarchic.
The difference with the coercive state society is that these voluntary hierarchies will be natural, instead of artificial. Those in positions of authority will only be there because they are endowed with that authority by those who voluntarily follow such leaders. And they will only retain their authority as long as they remain worthy of it.
This is the ancient basis of kingship, and aristocracy, and priesthood. It is to those deep roots that we must now return.