Herfststormen teisteren het noordelijk halfrond dezer dagen, zoals jaarlijks het geval is, en anders dan in het klimatologisch uiterst gematigde Nederland betekent zo’n storm elders ter wereld een mate van verwoesting die hier ongekend is. Ook hier veroorzaken stormen schade, maar die is onvergelijkbaar met wat wij onlangs hebben mogen zien—van een afstand—in Texas, Florida en het Caraïbisch gebied. Stormen zijn daar orkanen, die een spoor van chaos en vernietiging achter zich laten. En in dergelijke extreme situaties tonen ook mensen hun meest extreme aard. Buitengemene dapperheid en compassie worden gespiegeld door onwaarschijnlijk opportunisme en wreedheid. Terwijl sommigen hun medemens met gevaar voor leven uit het rampgebied redden, misbruiken anderen de katastrophe om wat over is van andermans bezit te plunderen.
Het mag niet verbazen dat de woede om dat laatste groot is, en altijd zal zijn. Dergelijke nijd over opportunisme keert zich iedere keer dat zo’n ramp zich voordoet echter óók tegen een ander phenomeen dat zich dan onvermijdelijk voordoet: de drastische prijsverhogingen van noodzakelijke (levens)middelen. Daar was ook dit jaar in Amerika veel over te doen. Tankstations die in het orkaangebied brandstof verkochten tegen exorbitante prijzen. Voedsel dat tien keer duurder was dan normaal. Uitbuiting! Woekerpraktijken! Een grof schandaal!
En ja, het lijkt inderdaad cru, wanneer in een noodsituatie de prijzen zo omhoog gaan. Meer dan ooit hebben mensen bepaalde middelen nodig, en wie die middelen bezit kan dus flink verdienen over de rug van anderen. Emotioneel als de mens is, kan het niemand echt verbazen dat dergelijke zaken door velen instinctief worden vergeleken met het wangedrag van de plunderaars en rovers die menig rampgebied onveilig maken. Toch zijn deze zaken in werkelijkheid volstrekt onvergelijkbaar. Een ramp misbruiken om anderen te bestelen is een bijzonder meedogenloze uitvoering van gedrag dat altijd misdadig is. De drastische verhoging van bepaalde prijzen in zo’n situatie kan kil opportunisme zijn, maar heeft vaker een andere oorzaak. Daar komt bij dat het verhogen van prijzen aan de hand van omstandigheden de normaalste zaak van de wereld is. Het is begrijpelijk dat mensen op basis van hun emoties zoiets zouden willen verbieden, maar dat zou de rampspoed uiteindelijk alleen maar erger maken.
Laten wij ons voorstellen dat er een wet wordt aangenomen die “woekerprijzen” moet verbieden en goederen voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar moet stellen. De twee vaak geopperde plannen daartoe zijn de invoering van maximumprijzen en van rantsoenering tijdens (natuur)rampen. Dit is bedoeld om de situatie voor veel mensen te verbeteren, en zal ogenblikkelijk het tegenovergestelde bereiken. Deze maatregelen zouden direct verschrikkelijke tekorten veroorzaken. Het is eenvoudigweg hoe de markt functioneert, ongeacht verdere omstandigheden. Ramp of geen ramp, wanneer de vraag stijgt of het aanbod daalt zullen prijzen omhoog gaan. De werking van de economie, de wetten van het prijssysteem en de menselijke aard zelf hebben gewoon geen boodschap aan een orkaan. Zij blijven van kracht.
Indien de overheid—of zelfs een verzameling van mensen of bedrijven, op eigen initiatief—deze natuurlijke prijsstijging tenietdoet door de prijzen kunstmatig laag te houden, dan heeft dat zorgwekkende gevolgen. Er wordt dan te weinig gerekend voor de beperkte voorraad, in een situatie waar de vraag juist drastisch toeneemt. Iedereen wil zo veel mogelijk hebben, want de rampsituatie schept grote onzekerheid. Zal er mogen nog benzine beschikbaar zijn? Zal er morgen nog brood in de schappen liggen? De vernietiging die een orkaan veroorzaakt zorgt er immers voor dat de aanlevering een tijd lang gebrekkig of zelfs onmogelijk zal zijn. En het feit dat iedereen zich dus haast om zijn handen op de schaarse goederen te leggen, zorgt er automatisch voor dat de voorraden snel verdampen en er mogen dus inderdáád geen kruimel meer te krijgen is. Juist de prijsverhoging die we zien in noodsituaties voorkomt deze ogenblikkelijke tekorten. Het is een natuurlijke ontwikkeling die mensen dwingt om hun beperkte middelen te conserveren, om goed na te denken hoe ze die beperkte middelen besteden, en om derhalve zelf een rantsoen op te stellen.
Maar kan een rantsoenering van staatswege dan niet hetzelfde doen? Neen. Rantsoenering van kunstmatig betaalbaar gehouden middelen zou die lage prijs tenslotte handhaven. Zullen verkopers en fabrikanten dan geneigd zijn om hun goederen naar het rampgebied te krijgen? Natuurlijk niet. Dat is juist ernstig bemoeilijkt, en de kosten zullen dus hoger liggen. Als ze de prijzen niet mogen verhogen zal de dure aanvoer van middelen betekenen dat ze verlies zullen maken op de exercitie. Verkopers van brood moeten óók hun familie onderhouden. Eigenaars van grotere bedrijven moeten hun werknemers betalen. Je kan niet van ze verwachten of verlangen dat ze hun goederen onder de kostprijs verkopen. Het resultaat van maximumprijzen en rantsoenering tezamen is dus dat de tekorten juist lang aanhouden in het rampgebied, en dat ze juist wanneer cruciale middelen het meest nodig zijn, zij absent zullen blijken.
Enkel rantsoenering, dan, zonder maximumprijzen? Biedt dat soelaas? Ook niet. Het kan dan wel zo zijn dat rantsoenering overconsumptie tegengaat… het is ook zo dat het onderconsumptie kan afdwingen waar dat uiterst schadelijk zal zijn. De omstandigheden van ieder persoon zijn uniek. Het kan zonder meer zo zijn dat de één heel weinig brandstof nodig heeft, en dat ander veel meer— en dat daar een legitieme reden voor is. De regelgeving die rantsoenering oplegt, en de ambtenaren die het moeten afdwingen, kunnen onmogelijk met al die nuances rekening houden. Hetgeen betekent dat rantsoenering weliswaar zorgt dat een persoon die onnodig veel brandstof wil opkopen daarvan weerhouden zal worden, maar óók dat een persoon die echt veel brandstof behoeft daar niet aan zal kunnen komen! Rantsoenering moet misstanden oplossen, maar schept gelijktijdig nieuwe misstanden.
Wat nodig is in rampsituaties is een systeem dat mensen dwingt om zo rationeel en zorgvuldig mogelijk om te springen met hun beperkte voorraden. Dat systeem bestaat. Het is het prijssysteem. Het uit zichzelf in de geheel natuurlijke stijging van prijzen onder dergelijk extreme omstandigheden. Net zoals het zich uit in prijsdalingen wanneer aanbod juist toeneemt, of vraag daalt. De markt verdeelt wellicht niet “eerlijk”, maar dat komt omdat “eerlijk” een volkomen subjectief begrip is. De markt verdeelt efficiënt, en dat is in rampscenario’s uiterst noodzakelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten