zondag 4 maart 2012

Europa heeft helemaal geen politieke unie nodig

Keer op keer trekt de Europese Unie meer politieke macht naar zich toe, in de misleide veronderstelling dat het falen van de EU op die manier kan worden gecorrigeerd. In werkelijkheid wordt de balans tussen de lidstaten en “Brussel” alleen maar verder verziekt, en schieten we inhoudelijk helemaal niets op. Eurocraten weigeren in te zien dat hun ideaal van een politieke unie helemaal niet nodig is om de EU te redden, te hervormen of te vervangen. Integendeel.

Wat wel nodig is om een gezond en levensvatbaar Europees verbond te vormen, is een stabiele en sterke economische unie. Dát is waar de EU zo enorm heeft gefaald, en het heeft niets met politiek-inhoudelijke bevoegdheid te maken. Staten hebben hun begrotingstekorten en hun staatsschulden enorm laten oplopen, in flagrante strijd met de afspraken die we binnen de EU hadden gemaakt. De EU was volstrekt machteloos om daar tegen op te treden, en dat komt juist omdat Eurofederalisten zo graag een politieke unie wilden opzetten, in plaats van een doelgericht economisch pact.

Ook nu gaat die misleide strijd door. In het pakket aan noodmaatregelen dat nu wordt opgezet, worden inhoudelijke beslissingen in toenemende mate bij Brussel neergelegd. Dat tast de politieke beslissingsvrijheid van de lidstaten aan. Die verzetten zich, geheel terecht, tegen het afstaan van hun beslissingsrecht aan ongekozen EU-bestuurders. Het resultaat is dat er een compromis wordt gesloten waar we allemaal (wederom) een beetje economische bevoegdheid naar Brussel schuiven, en een beetje politieke bevoegdheid. Dat laatste maakt de lidstaten minder soeverein, en lost de crisis niet op. Het eerste betekent dat de EU nog steeds te weinig economisch gezag heeft om zaken op orde te stellen.

Het nieuwe pakket aan maatregelen verplicht de lidstaten opnieuw om het begrotingstekort terug te brengen tot maximaal 3% van de gehele begroting. Maar wat als ze het deze keer óók negeren? In het uiterste geval kan de EU een boete van 0,1% van het bruto binnenlands product opleggen. Zo zo, wel 0,1%! Dat maakt dus totaal geen indruk. Als we deze afspraken écht nageleefd willen zien, moeten de sancties veel hoger zijn. Denk eerder eens aan bijvoorbeeld 5%  van het BBP als boete. Met dergelijke sancties op economisch wangedrag zouden staten zich opeens wél aan de regels houden. Maar dergelijke sancties zijn er niet, want de EU eiste naast economische macht ook politieke macht, en dus moest er een halfzacht compromis uitgewerkt worden. Een beetje van alles, dus.

Aan beetjes hebben we niets. Een Europees verbond dat een toekomst wil hebben, heeft echte economische macht nodig. Ja, u leest het goed: een Euroscepticus die pleit voor méér EU-bevoegdheid. Maar dan wél exclusief op economisch terrein, en specifiek niet op politiek terrein. Dat is waar het namelijk wringt: Eurofederalisten willen een EU-superstaat forceren, die steeds meer politieke en economische macht van de lidstaten afneemt. Dus volgen er steeds onderhandelingen over politieke machtsverdeling, en verliezen we de kern van de zaak geheel uit het oog: dat is namelijk de economie.

Als de Eurofederalisten hun zinloze utopie van een politieke unie durfden los te laten, en zich enkel op economisch gezag durfden te richten, dan kon de crisis veel sneller bevochten worden. Lidstaten willen soevereiniteit? Zelf weer beslissen welke wetten en regels ze maken, en hoe ze hun geld uitgeven? Prima. Schrap het gros van de EU-regelgeving, en geef vrijwel alle juridische en politieke beslissingsbevoegdheid weer terug aan de lidstaten. Politici als Wilders zouden opeens niets meer te klagen hebben. Geen Europese regelbrei om zich tegen te verzetten. Ook regeringshoofden als Rutte en Merkel zouden zich in eigen land zéér populair maken, als de leiders die de politieke macht terug hebben genomen van het ondemocratische Brussel.

In ruil voor deze teruggave van politieke beslissingsbevoegdheid geven de lidstaten juist economische bevoegdheid aan de EU. Niet de macht om inhoudelijk te bepalen hoe lidstaten de overheidsinkomsten besteden, maar wel de macht om ze tot een sluitende begroting te dwingen. Om echt te garanderen dat landen geen onbetaalbare schuldenlast opbouwen, is het niet voldoende om een limiet van 3% aan begrotingstekort in te stellen – we hebben een algeheel verbod op tekorten nodig. Dat is de enige echte oplossing van de huidige problematiek. Met meer politieke macht voor Brussel schieten we niets op – het gaat om de centjes!

Het eigenlijke probleem is tenslotte dat staten hun schulden niet meer kunnen betalen. Die schulden zijn zo enorm hoog omdat we gedurende de twintigste eeuw een politiek-economisch model hebben gevormd dat stoelt op enorme overheidsuitgaven. Het geld dat de overheid uitgeeft, wordt ofwel afgenomen van de burger (via belasting), ofwel het wordt door de staat geleend. Politici in heel Europa geven standaard méér uit dan de samenleving kan ophoesten (meer dan we kunnen dragen), waardoor er steeds een tekort is, dat wordt aangevuld met geleend geld. Over de resulterende schuld betalen we naar mate die toeneemt ook steeds meer rente, waardoor we een nog groter tekort oplopen, waardoor we wéér meer gaan lenen… et cetera, et cetera. Het fundamentele probleem is dus dat overheden consequent boven hun stand leven.

De oplossing is logischerwijs dus ook dat overheden niet langer boven hun stand (kunnen) leven, en dáár ligt nu bij uitstek een taak voor een verbond als de EU: toezicht op de begrotingsdiscipline van de lidstaten. Simpel gezegd: van EU-staten moet vereist worden dat ze nooit méér uitgeven dan ze verdienen. Een strenge en duidelijke plicht tot begrotingsdiscipline. De EU krijgt een centrale rekenkamer die alle nationale begrotingen narekent. Sluitende begrotingen worden goedgekeurd, als er toch tekorten zijn wordt een begroting afgekeurd. Daar moeten ook serieuze consequenties aan vastzitten: één waarschuwing, en daarna eerst stevige (en oplopende) boetes. Als na de periode van een fiscaal jaar geen adequate begroting wordt ingediend, wordt het overtredende land uit de EU gezet. In geval van zo’n uitzetting kan zo’n land zich pas weer kandideren nadat het eerst tien jaar achtereenvolgens een sluitende begroting heeft gehad.

Een dergelijke structuur garandeert de economische gezondheid van alle lidstaten, en maakt van de EU een economisch verbond van verantwoordelijke en stabiele landen, die samen één economisch blok kunnen vormen naar de buitenwereld toe. Gelijktijdig kunnen alle lidstaten wel allemaal hun eigen politieke beslissingen maken – zo lang ze maar hun huishoudboekje op orde houden. Als we een dergelijke structuur vanaf het allereerste begin hadden toegepast op de EEG, dan was het nooit nodig geweest om te streven naar politiek centralisme. En dat is het ook nu nog steeds niet. Vergeet de politieke unie, en vorm een krachtige economische unie.

In zo’n non-politieke unie hebben eigenlijk alleen de toch al relatief gezonde Noordelijke lidstaten interesse. De Zuidelijke staten teren juist op politieke EU-bevoegdheden, zoals de voortdurende geldstromen van Noord naar Zuid. Als we van de EU een puur economische unie maken, wordt dat per definitie een Noord-Europese aangelegenheid. Dat is geen enkel probleem: de Zuidelijke (en de Oostelijke) lidstaten zijn toch niet bereid om hun begrotingstekorten te elimineren. Laat die dus gerust uit de EU stappen, hun nationale munten terugnemen, en deze devalueren. Mochten ze in de toekomst beslissen om alsnog hun fiscale verantwoordelijkheden te nemen, dan mogen ze zich na tien jaar ‘goed gedrag’ opnieuw aanmelden voor lidmaatschap.

Al met al is de kans dat de EU een dergelijke hervorming aandurft heel klein. Maar de Noordwestelijke staten zouden er veel baat bij hebben: economische stabiliteit, de voordelen van onderlinge vrijhandel, maar niet de lasten van de bureaucratische EU die we nu hebben. Het zou voor de Noordwestelijke staten uiteindelijk het meest raadzaam zijn om zelf uit de huidige EU te stappen, en een nieuwe EEG te vormen voor de lidstaten die bereid zijn om hun begrotingstekorten volledig weg te werken. Zoals ik al eerder bepleit heb: een Noord-Europese confederatie als opvolger van de EU. Een economisch verbond, waarbij de lidstaten op politiek gebied gewoon baas in eigen huis blijven. Dát zou de economische crisis in korte tijd oplossen. Streven naar een politieke unie, zoals nu gebeurt, maakt de problemen alleen maar erger.