donderdag 20 september 2012

De verloren ziel der kunsten


Van modernistische kunst ben ik niet bepaald gecharmeerd – en dat is nog zacht uitgedrukt. Eigenlijk zou ik veel van wat vandaag de dag wordt gemaakt niet eens kunst willen noemen. Het is prutswerk zonder inhoud, en het bestaat enkel bij de gratie van de vele bakken vol subsidie die de staat er ieder jaar overheen stort.

Laat me duidelijk zijn: ik ben verklaard tegenstander van de “culturele sector” die we vandaag de dag zien, omdat deze de bagger produceert die hedendaagse kunst wil heten. Maar ik ben niet tegen kunst en cultuur. Integendeel: ik ben er dol op. Neem me mee naar Londen, laat me los in de National Gallery, en je bent voor de rest van de dag van me af. Maar het Tate Modern sla ik liever over, met uw welnemen. Soms, heel soms, wordt ook daar iets moois tentoongesteld. Dat is echter slechts de uitzondering die de regel bevestigt, en de regel is: moderne kunst is rommel.

Waarom is dat? Hoe komt het dat we niet of nauwelijks nog kunstwerken lijken te produceren die de moeite waard zijn? Waar, met andere woorden, ging het mis? Ik kan in ieder geval wel zeggen wannéér: de eerste helft van de twintigste eeuw. Vóór pakweg de Tweede Wereldoorlog werd kunst met inhoud gemaakt. Kunst in talloze vormen en stijlen, maar altijd met een boodschap. Met een ziel. En dat is precies wat nu ontbreekt. Hoe kan dat toch?

woensdag 19 september 2012

De uitzuigers en hun trouwe stemvee

49% van de huishoudens in de Verenigde Staten van Amerika krijgt op de één op andere manier geld van de overheid. Het lijkt wel alsof The Land of the Free eerder een land van handophouders is geworden. Dat beeld klopt echter – gelukkig! – niet helemaal. Niet dat de zittende president, Obama, er niet alles aan doet om zo veel mogelijk mensen afhankelijk van de staat te maken: hij is de meest linkse president in decennia. Toch is Amerika nog niet zo afhankelijk van het staatsinfuus als die 49% zou doen vermoeden.

De meeste van die huishoudens betalen namelijk ook belasting, en een flink deel betaalt méér aan belasting dan het ontvangt aan allerlei uitkeringen en subsidies. De vraag die we moeten stellen is: hoeveel mensen betalen méér dan ze ontvangen? En hoeveel mensen ontvangen méér dan ze betalen? Netto komt het er namelijk op neer dat de eerstgenoemde groep betaalt voor de tweede groep.

Economisch is ieder land onderverdeeld in netto-betalers en netto-ontvangers. Dat geldt voor de VS, maar ook voor Nederland. Het kan best zijn dat netto-betalers óók geld krijgen van de overheid, maar dat is dan een sigaar uit eigen doos. Als je 50.000 euro betaalt en 20.000 euro krijgt, kan je net zo goed niks krijgen en 30.000 euro betalen. Dat is echter minder gunstig voor de overheid. Die wil niet dat je weet hoeveel je eigenlijk betaalt. Overheden kunnen het volk namelijk enkel uitzuigen om twee redenen. Ten eerste omdat de staat de netto-ontvangers paait met allerlei cadeautjes die door de netto-ontvanger betaalt worden. (Voor de overheid bent u dus ofwel stemvee om vet te mesten, ofwel een melkkoe om uit te zuigen.) Ten tweede omdat een groot deel van de burgers – van die hierboven genoemde 49% – niet wéét dat ze eigenlijk netto-betalers zijn! (Ze betalen dus onbedoeld mee aan hun eigen uitzuiging.)

Hoe meer mensen afhankelijk zijn, hoe meer mensen netto ontvangen, hoe gunstiger het is voor de overheid. Dat wint namelijk steun: stemvee. En hoe onduidelijker het belastingstelsel is, hoe minder mensen dóórhebben dat ze eigenlijk netto-betaler zijn, en uitgezogen worden. De oplossing voor dit probleem vereist twee simpele stappen. Ten eerste: maak van iedere burger een jaarlijks overzicht van wat hij precies afstaat aan en wat hij precies ontvangt van de staat. Ieder jaar dient de burger dat overzicht te ontvangen, zodat hij zelf weet of hij netto-betaler of netto-ontvanger is. Ten tweede: geef alleen stemrecht aan netto-betalers. Dit volgens de aloude principes “Wie betaalt, die bepaalt” en “Wie van andermans tafel eet, die eet wat de pot schaft”.

Dit komt neer op een moderne vorm van censuskiesrecht, waar de uitzuigers in Den Haag het volk niet meer kunnen reduceren tot willoos en machteloos vee. Het geeft degene die de lasten moet dragen ook het recht om de beslissingen te nemen – en dat is hoe het hoort. Vanzelfsprekend moet zo’n voorstel goed overwogen worden. Iemand die zijn leven lang hard werkt en dan plotseling zijn baan verliest, die moet niet opeens zijn stemrecht kwijt zijn.

Het is van groot belang om dergelijke aandachtspunten goed te belichten. Ik heb al eerder voor een modern censuskiesrecht gepleit, waarbij netto-ontvangers niet mogen stemmen. Anderen hebben het ook voorgesteld. Zo’n betoog wordt bijna standaard aangevallen met allerlei voorbeelden van mensen die opeens buiten hun eigen schuld niet meer zouden mogen stemmen.

De meest voor de hand liggende oplossing is één die nu ook vaak wordt toegepast: de mogelijkheid om een alternatief peiljaar aan te geven. Wie plotseling zijn inkomsten verliest, maar voordien wel een minimum aantal jaren heeft gewerkt, kan een vorig jaar dan opgeven als peiljaar. Of het gemiddelde dan de laatste tien jaar laten bekijken. Op die manier worden de permanente handophouders uitgesloten van het kiesrecht, en de harde werkers die tijdelijk wat tegenslag ontmoeten niet.

Ook hoort een voorstander van modern censuskiesrecht vaak dat hij “dus een hekel heeft aan vrijwilligers, mantelzorgers, gepensioneerden en studenten”. Dat is simpelweg een drogredenering. Het idee is dat enkel wie zijn hand ophoudt niet mag stemmen. Een vrijwilliger die geen cent belasting betaalt mag nog steeds gewoon stemmen – zo lang hij maar niet uit de staatsruif vreet. Er zijn geen minimum inkomensvereisten, er is enkel de eis dat je niet op kosten van de belastingbetaler leeft.

Gepensioneerden hebben natuurlijk hun hele werkzame leven premie afgestaan. Die mogen dus gewoon stemmen: het pensioen dat ze ontvangen komt wel via de staat, maar als resultaat van de premie die ze hun leven lang hebben betaald. Ik ben zelf overigens voorstander van een spaarstelsel in plaats van een omslagstelsel, waardoor alle verwarring hieromtrent de wereld uit zou zijn.

Studenten die studiefinanciering ontvangen in de vorm van een gift, en méér ontvangen dan ze aan belasting afstaan, zouden inderdaad niet moeten mogen stemmen. Een leenstelsel zou dat oplossing. Een lening is namelijk geen gift, maar iets dat je terugbetaalt. Dat kan je tegen elkaar wegstrepen, waardoor een student die enkel een lening ontvangt wel zou mogen stemmen.

Al met al zijn de kritiekpunten die worden geleverd op een modern censuskiesrecht stuk voor stuk ongeldig en gebaseerd op foute aannames. De enige mensen die uitgesloten worden van het kiesrecht zijn de mensen die structureel op kosten van de belastingbetaler leven. Die mensen zouden ook gewoon niet moeten mogen stemmen, want die inspraak geeft ze beschikking over het eigendom van een ander. Dat is niets minder dan georganiseerde roof.

De praktische uitvoerbaarheid levert geen problemen op. Het is nu al bekend wie welke (directe) belastingen en heffingen betaalt, en wie welke uitkeringen en subsidies ontvangt. Er is geen extra bureaucratie voor nodig om iedereen inzicht te geven in zijn netto positie: betaalt hij meer dan hij ontvangt, of vice versa? Ook is het niet moeilijk om stempassen vervolgens enkel te verstrekken aan netto-betalers. Er is maar één obstakel: om modern censuskiesrecht in te voeren moeten we de Grondwet wijzigen, en dat zal niet snel gebeuren. Het verplicht stellen van een overzicht van de belastingafdrachten en overheidssteun van en voor iedere burger is minder moeilijk in te voeren. Maar ook dat voorstel zal op flinke weerstand vanuit Den Haag stuiten.

Doorvoering van dergelijke plannen zou de roofstaat een geweldige dreun geven, en daar zijn de politici doodsbang voor. Het zou de overheid zo radicaal inkrimpen dat de uitzuigers massaal hun baantjes kwijtraken. Geen gevestigde partij zal dit voorstel dan ook steunen. Toch lijkt het mij de enige manier om Nederland weer op de rails te krijgen. Zo lang Jan mag stemmen over de vraag of de overheid geld van Piet moet afpakken om het aan Jan te geven, zal Jan daar vóór stemmen. En dat is waar de overheid haar veel te grote macht vandaan haalt.