Een groep islamitische
fundamentalisten heeft een buitenwijk van Londen uitgeroepen tot een
“shariazone”, waar de islamitische wetgeving wordt opgelegd aan allen die zich
er bevinden. Het blijft op dit moment bij een aantal posters, maar de
aanstichters van dit plan zijn ondubbelzinnig: “We
hebben honderden, zo niet duizenden medewerkers die bereid zijn de straten te
patrouilleren,” stelt hun voorman, Anjem Choudary.
Een ijzingwekkende gedachte. Tirannieke fanatici roepen hun
eigen wet uit tot het enige geldende recht, en leggen het aan iedereen op – zo
nodig te vuur en te zwaard. Hoe gaat de Britse regering hier op reageren? Door
zich hard te maken voor de rechtsstaat en de rechtsgelijkheid die er uit
voortvloeit? Of… door het maar als makke lammeren te gedogen? Als men dat
laatste kiest, dan zullen ze uiteindelijk ook als lammeren naar het slachthuis
geleid worden. We moeten ons daarover absoluut geen illusies maken.
Wat we nu in Engeland zien, is eerder voorgekomen. En er is
ook al eerder te zwak op gereageerd, met afschuwelijke gevolgen. Concessies aan
onderdrukkers. Hopen dat als je een beetje vrijheid opgeeft, je de rest mag
houden. De laffe strategie van appeasement heeft nooit gewerkt: de onderdrukker
neemt nooit genoegen met een beetje – zodra hij weet dat je toch niet zal
vechten, neemt hij alles.
De Britten hebben dit al eerder moeten ontdekken, tot hun
schade en schande. “Peace in our time,” jubelde Neville Chamberlain toen hij
terugkwam uit München. Hij had die nare meneer met dat sullige snorretje mooi
ingepakt! Eén member of parliament snoof minachtend toen Chamberlain die
dwaze woorden sprak. Zijn naam was Winston Churchill. En we weten allemaal we
dáár gelijk bleek te hebben.
De latere redder van Groot-Brittannië, die nog altijd de Greatest
Briton mag heten, had geleerd van het verleden. Hij had de klassieke
geschiedenis bestudeerd, en wist dat het gedogen van het kwaad alleen maar
zorgt dat het groeit als een gezwel. De voorbeelden waar Churchill zijn inzicht
op baseerde, lijken opvallend genoeg heel sterk op wat we nu zien in het
Verenigd Koninkrijk. De val van het ooit zo machtige West-Romeinse Rijk is
namelijk óók voor een belangrijke mate ingeluid door het toelaten van eigen
wetgeving en rechtspraak voor minderheden.
De Romeinen hanteerden lange tijd het personaliteitsbeginsel.
Dat wil zeggen: iedereen leeft naar de wetten van zijn eigen stam of volk. Dit
hinderde de integratie van immigranten in de Romeinse gebieden enorm. Het
maakte Rome tot een heel duidelijk voorbeeld van alles dat er mis is met
doorgeschoten multiculturalisme. Buitenstaanders wilden graag buitenstaanders
blijven, en spanningen in de samenleving liepen hoog op.
Bij enig conflict tussen een Romeins burger en een Germaanse
immigrant was het onmogelijk om te bepalen of er nu Romeins of Germaans recht
moest gelden. Er werden generaties lange vetes over uitgevochten. Pax Romana?
Vergeet het maar.
Het grote gebrek aan één rechtsorde, die in gelijke mate
gold voor alle ingezetenen van het Romeinse Rijk, werd uiteindelijk zelfs voor
de meest blinde dwaas evident. De Romeinen stapten na lang dralen over op het territorialiteitsbeginsel:
in het Romeinse Rijk zou het Romeinse recht gelden. Er was echter al té lang
gedraald, zo bleek. De onaangepaste immigrantengroepen hadden nu niet bepaald
de neiging om dat alsnog te doen.
Er kwamen steeds méér immigranten het Rijk binnen, golf na
golf. Letterlijk hele volksstammen trokken de grens over. Als de Romeinen vanaf
dag één hadden gezorgd dat immigranten zich aanpasten aan het Romeinse recht,
dan waren de nieuwe immigranten snel opgenomen in de reeds geacclimatiseerde
groep eerdere immigranten. Maar doordat de eerdere immigranten juist niet
waren geacclimatiseerd, gebeurde het tegenovergestelde: het gevoel van
separatie werd juist versterkt.
De Germanen in het West-Romeinse Rijk vormden, in flagrante
strijd met het territorialititeitsbeginsel, onafhankelijke foederati.
Deze stammenverbanden kenden hun eigen bestuurders, hun eigen cultuur… en hun
eigen wetten. Germanen namen weliswaar cruciale posities in het Romeinse leger
in, hun trouw lag in de eerste plaats bij hun “eigen volk”. Dit was het recept
voor een uiterst giftig brouwsel.
Het West-Romeinse Rijk kwam uiteindelijk ten val in het jaar
476, toen de leider van de Germaanse foederati Ravenna innam en de
laatste West-Romeinse keizer afzette. Deze krijgsheer, Odoacer genaamd,
verklaarde zichzelf daarop tot koning van Italië. Het West-Romeinse rijk was
ten einde, en de minderheid had met geweld de macht gegrepen. De staatsgreep
van Odoacer geldt als het begin van de donkere middeleeuwen.
Het is een bijzonder saillant detail dat de Romeinse elite
de staatsgreep van Odoacer van harte steunde. Ze verwachtten daarvoor rijkelijk
beloond te worden, met smeergeld en met macht. Een aantal van hen werd dat ook,
maar er waren er ook velen de Odoacer toch niet zo wisten te bekoren: met hen
werd genadeloos afgerekend.
De vergelijking met de huidige situatie behoeft geen nadere
specificatie. Maar wie het idee koestert dat aparte groepen ook onder aparte
wetten zouden moeten (mogen) vallen, zou er verstandig aan doen om de
geschiedenis nog eens goed te bestuderen. Vooral degenen die denken er wel van
te kunnen profiteren als er een multiculturele apartheid in de hand wordt
gewerkt, moeten nog eens goed nalezen hoe het afliep met veel van de senatoren
die Odoacer zo graag steunden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten