Na lang vergaderen heeft de eurotop tot een resultaat
geleid, maar het zal Griekenland noch de Euro redden. Het uiteindelijke
compromis biedt alleen uitzicht op een weg die ons gestaag dichter bij de
afgrond voert, en enig land dat niet meegesleurd wil worden in de val die er
onvermijdelijk aankomt, dient serieus te overwegen om de EU te verlaten.
Als we de Unie hadden willen redden, dan hadden we veel
eerder moeilijke keuzes moeten maken, door Griekenland uit de EU te stoten. Dat
had echter ook de val van Frankrijk betekend, omdat de Fransen circa 55 miljard
euro hebben vastzitten in Griekse staatsobligaties. Griekenland krijgt dan ook
eigenlijk vooral een geldinjectie om Frankrijk te redden.
Waar Griekenland zichtbaar de “zieke man” van Europa was (en
nog steeds is), was (en is) Frankrijk achter de schermen zeker net zo verziekt
door een onverantwoordelijk financieel-economisch beleid. Niemand had de moed
om te erkennen dat het ondenkbare nu het onvermijdelijke was geworden: we
hadden Griekenland en Frankrijk allebei uit de EU moeten werpen.
Niemand zal beweren dat zo’n drastische beslissing geen
harde klap zou zijn geweest, maar het had de schade ten minste beperkt. Maar
ja, er werd bij hoog en bij laag het tegenovergestelde beweerd. Als Griekenland
zou vallen, zouden Italië, Spanje en Portugal óók omgaan. Daarom moesten de
Grieken écht een bailout krijgen, en snel. In werkelijkheid had het
alles te maken met de belangen van Frankrijk en het Europese establishment, en niets
met het beschermen van Italië, Spanje en Portugal.
Heeft het “redden” van Griekenland de andere zwakke landen
tot nu toe geholpen? Nee, niet eens een beetje. Sterker nog: het heeft de
positie van die landen alleen maar verzwakt. Door de voortmodderende ellende in
Griekenland neemt het vertrouwen in Europa steeds verder af, en daarmee ook de
kredietwaardigheid van de toch al zwakke staten. Door Griekenland (en
Frankrijk) uit te stoten had het vertrouwen hersteld kunnen worden, maar daarvoor
is het nu te laat.
Italië wankelt al, en het valt te verwachten dat Spanje en
Portugal spoedig zullen volgen. Dát zal op z’n beurt weer andere Europese
landen verzwakken, en uiteindelijk stort de EU als een kaartenhuis ineen.
Gezien de huidige aanpak zullen we tegen die tijd vele miljarden hebben
weggesmeten in een zinloze poging om deze landen staande te houden. Dergelijke
verkwisting heeft geen enkel nut. Tegen de enorme verliezen waar het in dat
geval om gaat valt niet op te “redden”. We kunnen het geld net zo goed
verbranden, daar schieten we even weinig mee op.
De noordelijke EU-landen zijn nu nog gezond, maar als we
miljarden in de zwakke landen pompen, en ze vervolgens tóch omvallen, gaan wij
er óók aan onderdoor. Als we onze welvaart willen behouden, moeten we de Unie
opsplitsen. Dat kan door de zwakke landen – Griekenland, Italië, Spanje,
Portugal en Frankrijk – subiet uit de EU te werpen. Maar houdt het daar op?
Kunnen we er op rekenen dat Oost-Europa wél overeind blijft?
Het probleem van de EU is en blijft dat financieel sterke en
financieel zwakke staten met elkaar verstrengeld zijn. Het gevolg is
structurele ongelijkwaardigheid op financieel-economisch gebied. Dat maakt zich
al sinds jaar en dag kenbaar door de geldstromen van tientallen miljarden die
vanuit het welvarende noordwesten naar het zuiden en oosten worden gezogen.
Als gevolg van de economische crisis wordt duidelijk hoe
gigantisch de ongelijkwaardigheid tussen de lidstaten eigenlijk is. Als gevolg
van hun eigen onverantwoordelijke financieel-economische beleid zijn een aantal
van de toch al zwakke landen nu in acute problemen gekomen. Maar waar komt de
rekening te liggen? In het succesvolle noordwesten. En daar zal de rekening
voor problemen van de zwakke landen altijd komen te liggen, tenzij die
landen op eigen benen leren staan.
De enige manier om dat te bewerkstelligen, is om ze te
confronteren met de gevolgen van hun keuzes. Het noordwesten moet stoppen met
het betalen van hun schulden. Zo lang de sterke en de zwakke landen verbonden
zijn in één (munt)unie, weten de zwakke landen zich echter verzekerd van het
feit dat de sterke landen ze tóch wel moeten redden – omdat ze er anders zelf
ook onder lijden. De zwakke landen worden alleen verantwoordelijk voor hun
eigen problemen als de sterke noordwestelijke landen zich van hen separeren.
Nu kunnen we dit realiseren door de overhaaste uitbreiding
van de EU ongedaan te maken: door een groot aantal zwakkere lidstaten af te
stoten. Maar dat zou tot enorme strubbelingen leiden met de landen die hun
uitzetting uit de Unie ongetwijfeld zouden aanvechten. En is vanuit het
perspectief van de noordwestelijke staten een geheel nieuw begin niet veel
aanlokkelijker?
Wat als we simpelweg géén landen uit de Unie dwingen? Wat
als de noordwestelijke staten geheel vrijwillig zélf de EU verlaten? Dat zou
niemand ons kunnen verbieden. In één klap zouden we verlost zijn van zowel de
zwakke staten als de gigantische Europese bureaucratie, die ons nu als loden
gewichten om de nek hangen. Ik heb dit al eerder voorgesteld – hier en hier –
en ik zie zo’n “noordelijke secessie” als dé oplossing voor de Eurocratische
ellende.
De noordwestelijke staten kunnen dan in volledige vrijheid
een geheel nieuw verbond aan kunnen gaan met elkaar. Een samenwerking gebaseerd
op vrijwilligheid en gelijkwaardigheid. We kunnen de Euro verruilen een nieuwe
munt, een sterke munt, die ons niet vastketent aan zwakke economieën. Ik stel
voor dat we die munt dan de Hansa noemen, naar het oude en trotse
handelsnetwerk dat Noord-Europa ooit rijk en welvarend maakte. (En ere wie ere
toekomt: deze uitstekende naam voor een nieuwe, stabiele muntunie is bedacht
door dhr. Thomas Wentzel.)
De zuidelijke en oostelijke staten zouden van het
subsidie-infuus afgehaald worden, en zelf verantwoordelijk worden voor hun
eigen voorspoed of onheil. Dat is de enige manier om het noordwesten stabiel te
houden, en het zuiden en oosten eindelijk stabiel te krijgen. Zij kunnen
dan op hun eigen tempo aan de slag om economische gelijkwaardigheid met het
noordwesten te bereiken.
Pas als ze daadwerkelijk zo ver zijn, kunnen we gaan
overwegen of we wederom een (economische) unie met deze landen willen aangaan.
Maar wellicht hebben ze tegen die tijd hun eigen unie gevormd, of Zuid-Europese
en een Oost-Europese unies naast elkaar. Wellicht hebben ze dan helemaal geen
behoefte aan eenwording meer, en kunnen we gewoon verdragen sluiten die
onderlinge vrijhandel garanderen.
Het enige dat we met zekerheid kunnen zeggen, is dit: een
Europa dat wordt gebonden door één verstikkende unie van ongelijkwaardige
landen heeft geen schijn van kans. Het zal in vroeger of later instorten,
waarbij zelfs de sterkste landen zullen worden meegesleurd.
Als we Europa willen redden, moeten we de EU opsplitsen, en wel zo snel mogelijk. Hoeveel miljarden we er ook aan verspillen, de val van de EU komt steeds dichterbij. Vóór het zo ver is, moeten we het zinkende schip verlaten hebben. De noordwestelijke staten moeten zich losworstelen, of reddeloos ten onder gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten