Regelmatig vernemen we uit de hoek van GroenLinks kritiek op het populisme, en dat is zeker niet onterecht. Helaas voegt met de daad niet bij het woord, en speelt men zelf óók maar wat graag in op onderbuikgevoelens. Iets anders kan ik er namelijk echt niet van maken als Liesbeth van Tongeren vlak na een gigantische natuurramp waarbij een kerncentrale zwaar beschadigd raakte, oproept tot een referendum over kernenergie. Dat gaat namelijk totaal niet over de inhoud.
Laat ik proberen te voorkomen dat dit hele stuk vervalt in een herhaling van al veel te vaak geziene zetten: ik ben vóór kernenergie, maar ik ben tégen de verouderde vorm die nu ook nog in Borssele wordt gebruikt. Wat mij betreft wordt er morgen begonnen aan de bouw van één of meer nieuwe kerncentrales, van de nieuwste generatie. Maar óók wat mij betreft gaat de centrale in Borssele dicht, zodra de nieuwe centrales er staan. De centrale in Borssele is nu 38 jaar oud, en langzamerhand aan vervanging toe.
Mijn probleem met het standpunt van Groenlinks en andere activisten tegen kernenergie is dat ze hun tegenstand tot een dogma hebben gemaakt. “Kernenergie is slecht, het kan nooit goed zijn, en alle middelen zijn geoorloofd om het tegen te gaan.” Dat is natuurlijk niet het standpunt van alle GoenLinksers, en ook niet van alle critici van kernenergie, maar het is wel de lijn die door GroenLinks, Greenpeace, en veel andere ‘groene’ groeperingen wordt gevolgd. Helaas.
Want laten we wel wezen: kernenergie is – net als alle andere vormen van energieproductie – in voortdurende ontwikkeling. Stellen dat kernenergie enorm gevaarlijk is, en dat daarom nieuwe centrales niet gebouwd moeten worden, houdt geen steek als je dat standpunt baseert op centrales die decennia oud zijn. De centrale in Fukushima was veertig jaar oud, en ondanks de grootste natuurramp die Japan in duizend jaar meemaakte, is er geen sprake van een catastrofe zoals in Chernobyl. Sterker nog: dat zelfs onder deze extreme omstandigheden de kerncentrale zo stevig in z’n schoenen stond, overtuigde ten minste één van de ‘groenen’ dat kernenergie de toekomst heeft.
En dat is dus een reactor van veertig jaar geleden. Er zijn nu technieken die vele malen beter én vele malen veiliger zijn. Dan ga ik nog niet eens in op het feit dat Nederland zich niet op een breuklijn bevindt, en niet voor krachtige aardbevingen hoeft te vrezen. Wat Groenlinks nu doet, is inspelen op een gevoelsmatige angst, in plaats van kritiek te baseren op de feiten. Dat zij tegen zijn, en ik voor, is geen probleem. Ik zou er in investeren, zij niet. Keuzes zijn keuzes. Maar het per referendum gaan verbieden? Goh, lekker vrijzinnig, hoor!
Het argument is dat kernenergie zo ontzettend gevaarlijk is – wederom gebaseerd op de prestaties van decennia oude techniek – en dat het daarom wel verboden mag worden. Jammer voor de mensen die wel kernenergie willen, maar het is nu eenmaal niet genoeg dat je het zelf moet betalen: je mag anderen er ook niet mee in gevaar brengen. GroenLinks vindt een dictatuur van de meerderheid prima, zolang het hun meerderheid is. Als zij zélf in de minderheid zijn, dan moeten we het “domme populisme” van de meerderheid natuurlijk verwerpen.
Laten we echter eens kijken naar de feiten, en in overweging nemen dat auto’s, fietsen, brommers, vliegtuigen, liften en zelfs ladders allemaal een grotere kans op de dood met zich meebrengen dan kernenergie. Niet alleen voor jou, maar óók voor onschuldige passanten. Als je in een auto stapt heb je een veel grotere kans om iemand te doden dan wanneer je een kerncentrale bouwt. De argumentatie die men daar tegen in brengt, is dat een kernramp enorm veel slachtoffers zou maken. Maar hoeveel mensen overlijden per jaar door auto-ongelukken? Laten we het narekenen.
De kans op een grootschalige kernramp in Nederland, met de huidige centrale in Borssele, is berekend op ééns in de hondertwintig miljoen jaar. Laten we aannemen dat daarbij alle Nederlanders zouden omkomen (dat is absurd, zelfs in het ergste geval niet eens mogelijk, maar stel). Jaarlijks overlijden echter zo’n 700 mensen in het verkeer, waarvan zo’n 500 als gevolg van een ongeluk met een auto. In honderdtwintig miljoen jaar loop je een gelijke kans op 16 miljoen doden door kernenergie, en op 60 miljard door de geliefde auto. De moderne, hedendaagse auto: zeker 3750 keer dodelijker dan kernenergie opgewekt met de 38 jaar oude centrale in Borssele. Dat zet de boel wel in perspectief, nietwaar?
Als de auto, en het vliegtuig, en de bakfiets, en zelfs de trein niet allemaal verboden worden, is “het gevaar” beslist geen reden om kernenergie wél te verbieden. Om daar toch op door te gaan heeft niets met inhoudelijke kritiek te maken, en alles met inspelen op angst: het meest laffe populisme dat er is. En het gaat totaal voorbij aan de inhoud. In discussies over kernenergie wijs ik regelmatig op nieuwe technieken, zowel reactortypes die nu al gebouwd kunnen worden, als types die nu nog volop in ontwikkeling zijn. Kernenergie wordt met de dag zuiniger en veiliger. Ik ben daar optimistisch over, maar ik snap best dat er ook mensen zijn die zeggen “eerst zien, dan geloven”. Welnu, om het te kunnen zien, moet je het dus niet bij voorbaat verbieden. Geef die ontwikkeling een kans!
Ik ben er niet eens vóór dat de staat meebetaalt aan een kerncentrale: wat mij betreft verdwijnen alle directe en indirecte subsidies van de energiemarkt, met uitzondering van innovatiesubsidies. En die zouden we grotendeels moeten besteden aan het verbeteren van de drie meest kansrijke energiebronnen die op dit moment in ontwikkeling zijn: zonne-energie, biomassa-energie, en kernenergie. Ik ben er óók voor om net als met emissierechten een kostendekkend stelsel van kernafvalrechten in te stellen.
Er zijn groene critici die denken dat het op zo’n werkelijk vrije energiemarkt helemaal niet meer rendabel is om kernenergie te gebruiken. Ik denk dat nieuwe types reactoren wel degelijk de concurrentie met zonnekracht en biomassa aan kunnen, en al helemáál met kolencentrales, die nu ironisch genoeg de meeste subsidie van allemaal ontvangen. Maar laten we het testen: maak die markt vrij. Als zon en biomassa inderdaad heel snel veel goedkoper worden, dan winnen ze vanzelf. En als kernenergie inderdaad (nog) veiliger én veel zuiniger met het afval kan worden, dan krijgt het een plek, en betaalt het zichzelf.
Wat ik voorstel, is échte en consequente vrijzinnigheid. Als GroenLinks inhoudelijke kritiek heeft op kernenergie, is daar niets mis mee. Als ze eisen dat uitsluitend de nieuwste, en meest veilige reactortypes een vergunning krijgen, dan steun ik dat van harte. Als ze willen dat er door de producenten wordt betaald voor de kosten van kernafval, dan juich ik dat alleen maar toe, omdat het dwingt tot een snellere ontwikkeling van reactoren die kernafval kunnen hergebruiken als brandstof. Discussie op de inhoud, een kritische blik, dat is gezond. Maar populistisch boeroepen helpt echt niemand een spat verder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten