zondag 10 april 2011

Een (Noord-)Europese Confederatie

De Europese Unie is het ontegenzeglijke bewijs dat, overgeleverd aan bureaucraten, zelfs de mooiste droom een verschrikkelijke nachtmerrie wordt. De theorie was heel eenvoudig: wat willen we? Nooit meer oorlog. Wat is de beste manier om te zorgen dat twee landen nooit meer oorlog voeren? Handel. Want als je vecht met je handelspartner, schaadt je óók je eigen belangen. Tot zo ver een foutloos plan, want vrede en handel leiden tot vrijheid en welvaart.

En ja, als je dan toch al economisch samenwerkt, dan zijn er enkele andere terreinen waar je óók heel profitabel zou kunnen samenwerken... “Maar dat zoeken we later wel uit,” was het devies. Zo doende hebben we nooit aangewezen waar onze samenwerking eigenlijk toe beperkt was, en wat de bevoegdheden waren van de instituten die daartoe in het leven werden geroepen. Zo doende werden het geen instituten van internationale samenwerking, maar instrumenten van transnationale onderdrukking. Zo doende werd de Europese droom een Eurocratische nachtmerrie.

De EU kon zich ontpoppen tot een Eurocratie omdat we haar macht nooit begrensd hebben. Daardoor zijn de instituten die we boven ons geplaatst hebben, aan onze controle ontsnapt, en heeft de Unie nu federale pretenties. Alle ellende had voorkomen kunnen worden door in beginsel vast te leggen dat gezag bij de lidstaten hoort te liggen. Door een heldere opsomming van bevoegdheden op te stellen, waarbuiten de EU geen enkel gezag heeft. Door duidelijk te maken dat het om samenwerking tussen staten moet gaan, en niet om gezag boven staten. Kortom: Europees federalisme had voorkomen kunnen worden door in beginsel uit te gaan van een confederatie.


Een confederale samenwerking gaat niet uit van een “hogere macht”, die los van de lidstaten mag opereren. De lidstaten geven een confederatie toestemming om op bepaalde terreinen hun belangen te behartigen. Die toestemming wordt duidelijk omschreven, zodat helder is was de confederatie wel en niet mag. Belangrijker nog: die toestemming kan op ieder moment worden ingetrokken.

Er zijn mensen doe zelfs een confederatie te ver vinden gaan. Die stellen dat er alleen een vrijhandelsverdrag hoeft te zijn, en verder niets. Samenwerking brengt echter óók voordelen mee, die dan verloren gaan. Om die reden ben ik ook geen tegenstander van Europese samenwerking, ook niet op andere gebieden dan handel. Het punt is dat alle samenwerking moet rusten op steun van de bevolking, en dat er kristalheldere spelregels moeten zijn.

Waar we tegen moeten waken is de Europese superstaat; het sluipende federalisme. Op het moment dat een Europees samenwerkingsverband een eigen bevoegdheid krijgt, los van de lidstaten, dan is het hek van de dam. Dan worden we letterlijk een “provincie” van Europa. We zijn daar nu hard op weg naar toe, met alle nadelen van dien. Confederale samenwerking maakt het ontstaan van een transnationale macht onmogelijk, omdat de macht altijd bij de lidstaten blijft. Een Europese Confederatie biedt ons de voordelen van samenwerking, zonder de gevaren van een Europese superstaat.

Hoe garanderen we dat? Hoe zorgen we dat er niet toch een neiging tot centralisering van de macht ontstaat? In de EU kreeg het federalisme de kans om als een gezwel te groeien omdat we geen grenzen hadden opgeworpen. We hebben de ruimte voor misbruik gelaten. Confederale samenwerking, echter, zal berusten op een Acte van Confederatie, waarin precies wordt vastgelegd op welke gebieden wordt samengewerkt, welke instituten daartoe bestaan, en welke bevoegdheden die instituten precies hebben. Als er niet expliciet instaat dat een bevoegdheid bestaat, dan bestaat deze bevoegdheid niet. Een confederatie is een vorm van samenwerking die geen transnationale bureaucraten duldt.

Dat betekent natuurlijk dat de Europese Confederatie (EC) veel minder taken op zich zal nemen dan de uit z'n kooi gegroeide EU. Bedenk dat zeker 80% van de geldende wet- en regelgeving in Nederland gemaakt wordt in Brussel, of gemaakt wordt op bevel van Brussel. Tot in de meest absurde details bemoeit de Unie zich met het dagelijkse leven van de burgers. Een tijd lang heeft de EU zelfs de kromme komkommer en de rechte banaan verboden! En dat had niets met de voedselkwaliteit te maken, puur met het feit dat de EU dacht te kunnen bepalen hoe groeten en fruit 'er uit horen te zien'. Die regelgeving is inmiddels afgeschaft, maar de Europese regelzucht helaas niet: wat te denken van een gloeilampverbod? Hebben deze megalomane ambtenaren nog nooit van subsidiariteit gehoord?

Om ellende te voorkomen, moet juist subsidiariteit de hoeksteen van de EC worden. Iedere taak hoort in principe uitgevoerd te worden op een zo laag mogelijk niveau, en dus zo dicht mogelijk bij de burger. Alleen als de uitvoering op een hoger niveau ook echt beter kan, mag de bevoegdheid worden overgedragen. Alleen wat de gemeente zelf niet kan, doet de provincie. Alleen wat het rijk beter kan dan de provincie, gaat naar het Rijk. En uitsluitend wat Europa duidelijk beter kan dan Nederland, mag een taak van de EC worden. Dat wordt een korte lijst.

Eurofederalisten hameren voortdurend op de voordelen van de EU, en claimen dat er door die voordelen nooit genoeg animo voor een EC zal ontstaan. Natuurlijk heeft de huidige EU inderdaad voordelen, maar voor degenen die de rekening moeten betalen wegen de baten nu al niet meer op tegen de kosten. De EU beloont slecht gedrag: een staat die onverstandig beleid voert, en in de problemen komt, hoeft nooit op de blaren te zitten, maar wordt 'gered'. Het geld dat daarvoor nodig is, honderden miljarden, worden opgehoest door de staten die géén problemen hebben. Zij worden gestraft voor hun verstandige beleidskeuzes. Het is de omgedraaide wereld.

Op dit moment geniet de EU inderdaad nog brede steun onder de regeringen van de lidstaten; óók die van de netto-betalers. Maar de bevolking wordt steeds sceptischer. De EU is nu al verdeeld in “betalers” en “ontvangers”, en voor de betalers kan deze dure grap gewoon niet langer uit. Naar mate de EU steeds meer kost, en steeds minder oplevert, zullen de betalers ook het ideaal van een vrijere samenwerking steeds meer gaan nastreven. Dit zal leiden tot een splitsing tussen de betalers en de ontvangers, waarbij een confederale samenwerking het logische streven van de betalers zal zijn. De voordelen die de EU biedt, kan een confederatie immers óók bieden – maar dan zonder de nadelen waar we nu mee opgescheept zitten.

De onvermijdelijke botsing tussen betalers en ontvangers kan eigenlijk maar twee uitkomsten hebben: ofwel de ontvangers gaan de eigen broek ophouden en de EU wordt drastisch hervormd, ofwel er komt een breuk van, en de betalers splitsten zich af om een eigen verbond te vormen. Beide scenario's zouden een confederatie opleveren, maar ik acht de afsplitsing waarschijnlijker, omdat de netto-ontvangers waarschijnlijk zullen weigeren om de broekriem écht aan te halen - en hervorming is ook moeilijk af te dwingenDe huidige ontvangers zullen ook hun melkkoe waarschijnlijk niet op willen geven, en het is nauwelijks mogelijk om EU-lidstaten die de regels overtreden uit de unie te trappen. De betalers zullen dus uiteindelijk weinig andere keuze hebben dan zelf uit de unie stappen.

Laten we ervan uitgaan dat die dag ooit aanbreekt, en dat er een Europese Confederatie opgericht wordt. De vergissing van de EU wordt niet herhaald: er komt geen transnationale macht die de vrijheid kan inperken. Integendeel: autonome staten sluiten vrijwillig een verbond om gezamenlijk bepaalde zaken te regelen. Hiertoe kunnen bepaalde instituten worden opgericht, die internationaal bevoegd zijn – maar zij blijven altijd verantwoording schuldig aan de lidstaten, en hun taken worden duidelijk afgebakend.

Hoe we deze samenwerking opzetten, hoe we een Acte van Confederatie zouden indelen en formuleren, zal natuurlijk onderwerp van grondig debat en kritische beschouwing moeten zijn. Welke taken zou een EC moeten hebben, en welke instituten zijn daar voor nodig? Wellicht nog belangrijker: welke Europese landen zouden deel kunnen (of mogen) nemen aan zo'n confederatie?

Gezien de bovenstaande overwegingen zal een EC een Noord-Europese aangelegenheid zijn. Eigenlijk een Noord-Europese Confederatie, dus. Duitsland, Nederland, Luxemburg, Groot-Brittannië, Ierland, Oostenrijk, Denemarken, Zweden en Finland liggen voor de hand. Dat zijn negen staten om mee te beginnen. België zou er ook van profiteren, maar is altijd sterk pro-EU geweest. (Bovendien is Wallonië economisch zwak; een onafhankelijk Vlaanderen zou echter zeer welkom zijn.) Ook Frankrijk heeft hier wel wat te winnen, maar zal wel flink slikken om het verlies van de landbouwsubsidies. (En belangrijker: Frankrijk is qua cultuur, politiek en economie eigenlijk Zuid-Europees. Wil je dat land wel in een verbond van “gezonde” staten opnemen…?) Ook Zwitserland, Liechtenstein, Noorwegen, en IJsland zouden goede kandidaten zijn. Alle vier vinden de EU te verstikkend, maar zouden zich mogelijk wél thuis voelen in een veel vrijere confederatie.

Institutioneel kan een EC eenvoudig blijven. We hebben geen duizenden pagina’s aan wetgeving nodig, want een confederatie beperkt zich tot de hoofdzaken en werkt veel eenvoudiger dan de EU. De EC bestaat om de positie van de deelnemende staten te versterken, en niet om hun vrijheid in te perken. Dit is wat ik zou voorstellen om in de Acte van Confederatie op te nemen:

1. Vrijhandel. De Acte van Confederatie biedt in beginsel vrijhandel tussen de geconfedereerde staten. Hierin ligt het fundament van de EC: economische samenwerking, de vrije markt van Europa. De importheffingen die de EU nu oplegt aan het buitenland worden geheel opgeheven, want ze zijn marktbedervend en concurrentievervalsend. De enige beperking op volledig vrije handel mag liggen in kwaliteitseisen aan producten. Ook dat onderwerp wordt in de Acte opgenomen.

2. Algemene eisen van fiscale en monetaire deugdelijkheid. Het idee van een gezonde Confederatie is dat de lidstaten elkaar niet hoeven te “redden” als ze in financiële moeilijkheden raken. Als dergelijke problemen tóch ontstaan, zal dit echter de hele confederatie hoe dan ook verzwakken. Voorkomen is beter dan genezen, en lidmaatschap van de EC verplicht een staat tot een gedegen fiscaal beleid. Dat hoeft niet te berusten op een complex Europees geheel van regeltjes, slechts op een ijzerharde verklaring in de Akte: alle lidstaten moeten een sluitende begroting hebben, uitgavenoverschotten zijn niet toegestaan, en de staatsschuld wordt gemaximeerd op een vast, laag percentage van het BNP.

Deze eisen zijn strenger dan de huidige EU-regels, maar hebben geen complexe regelgeving of een massale bureaucratie nodig. Ze spreken voor zichzelf. Lidstaten die tóch hun begroting niet op orde krijgen, en hun staatsschuld laten oplopen, krijgen achtereenvolgens een waarschuwing, een boete, en worden bij weigering om de zaak te herstellen uit de confederatie gezet. Landen die op deze manier uit de EC worden gezet komen de daaropvolgende tien jaar niet in aanmerking voor heraansluiting.

3. Algemene regels omtrent corruptiebestrijding. Voor alle lidstaten horen minimumeisen te gelden voor wat betreft de bestrijding van corruptie. Deze moeten niet in te veel detail treden, maar wel duidelijke normen handhaven. Net als bij de fiscale eisen zal niet-naleving resulteren in sancties, en uiteindelijk in verwijdering uit de EC.

4. Militair bondgenootschap. De lidstaten zullen nooit oorlog tegen elkaar voeren, en als één lidstaat wordt aangevallen, komen de anderen te hulp. Er is echter geen verplichting om elkaar te helpen bij militaire handelingen buiten de EC.

5. Opsomming van burgerrechten. Hierin worden de klassieke grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting, in opgenomen. Hiermee zijn de lidstaten verplicht om die rechten te honoreren, nu en in de toekomst. Deze “bill of rights” vervangt het huidige EVRM, waar de EU bij is aangesloten maar waar de EC gewoon uitstapt, omdat het een uiterst bureaucratisch en moreel bankroet instituut is.

6. Het recht op secessie. Essentieel is dat iedere lidstaat altijd het recht behoud om zich terug te trekken uit de Confederatie. Dit hoort expliciet in de Akte opgenomen te worden.

7. Algemene regels omtrent immigratie. Omdat er vrij verkeer van diensten en goederen, maar ook van personen is, moeten er bepaalde criteria omtrent immigratie gesteld worden. Zo moet worden vastgelegd dat iemand pas het staatsburgerschap van een EC-lidstaat kan krijgen na tien jaar in die lidstaat gewoond te hebben, en dat (zware) misdrijven binnen die tien jaar tot automatische uitzetting moeten leiden. Iemand die is uitgezet, mag geen burger meer worden van enige EC-lidstaat. Om dezelfde reden komt er een algeheel verbod op pardonregelingen.


Om naleving van deze bepalingen te controleren, en in een enkel geval om de gestelde taken uit te voeren, zijn een aantal Europese instituten nodig. Veel minder instituten dan de EU nu nodig schijnt te hebben, echter. De EC heeft voldoende aan twee instituten, die overigens kunnen worden gevestigd in één plaats. Het absurde en peperdure gependel tussen Brussel en Straatsburg komt definitief ten einde. Het zal direct opvallen dat er géén Europese ‘regering’ is – dat is ook nergens voor nodig. Alle uitvoering kan bij de lidstaten liggen. De EC is voor overleg en toezicht. We kunnen volstaan met slechts twee Europese instellingen:

I. Het Congres van de Confederatie. Het congres is het voornaamste orgaan van de EC. Het bestaat uit een delegaties vertegenwoordigers van de lidstaten. Alle lidstaten mogen, ongeacht hun grootte of bevolkingaantal, een delegatie van vijf vertegenwoordigers sturen. Het congres is niet bevoegd om wetten te maken: de confederatie heeft geen bevoegdheid om regels op te stellen, alleen maar om te controleren dat de regels uit de Akte worden nageleefd. Dat is ook de taak van het congres: het houdt in de gaten of de lidstaten zich wel aan de bepalingen van de Acte houden.

Omdat de Acte ook klassieke grondrechten bevat, kan iemand die zich in één van die rechten aangetast voelt, een beroep doen op het congres. Dat beschouwt dan of het recht inderdaad is geschonden, en fungeert zo doende als het hoogste Europese rechtscollege omtrent die grondrechten. Het congres kan bevelen om een schending ongedaan te maken, en die uitspraak is dan bindend.

II. Het Financieel Comité. Deze organisatie regelt de financiën van de EC. Alle lidstaten betalen een bescheiden contributie, gebaseerd op een vast en zeer laag percentage van het BNP. Iedere lidstaat stuurt vertegenwoordigers naar het comité, die elkaar waar nodig kunnen aanspreken op misstanden. Het comité stelt ook de begroting op (die dan moet worden goedgekeurd door het congres), en controleert de uitgaven de confederatie.


Handel en de zekerheid dat we samen sterker staan is wat ons allemaal verbindt. Maar hoe zit het dan met de Euro? Wel, de Acte kan gewoonweg ruimte bieden voor een “subverdrag” aangaande de Eurozone. Lidstaten kunnen zelf kiezen of ze er aan willen deelnemen. In Nederland zou dat in mijn optiek per referendum besloten moeten worden.

Het is wel duidelijk dat een EC, zoals hierboven geschetst, vele malen goedkoper en efficiënter is dan de EU die wij kennen. Honderdduizenden regels heeft de EU geproduceerd: we moeten ze allemaal schrappen. Uitsluitend de Acte zelf blijft over, en het congres is niet bevoegd om méér wetten of regels te maken. De EC houdt zich alleen bezig met relevante beleidsterreinen, en zelfs dan alleen met de hoofdlijnen.

Alleen het verdwijnen van de structuurfondsen en de landbouwsubsidies bespaart al bijna 99 miljard euro per jaar. Als we bezien hoe efficiënt de EC zou werken, is het niet onredelijk om aan te nemen dat de kosten (afgezien van de subverdragen) maximaal ergens rond de 10 miljard euro per zouden komen te liggen. Een besparing van zeker 106 miljard euro, oftewel 91,38% op jaarbasis!

En wat verliezen we daardoor? Niets. Alles dat de confederatie niet meer doet, konden de lidstaten sowieso zelf beter en goedkoper. De taken die we écht beter samen kunnen doen, blijven we ook samen doen. We betalen er alleen veel minder voor. En dat is nog niet alles, want de verborgen kosten van de EU – die je op geen enkele begroting terugziet – kunnen dan óók wegvallen. Deze kosten ontstaan omdat meer dan 80% van onze wetten en regels gemaakt worden op bevel van Brussel. Als je wil dereguleren, is dit de grootste slag die je kan slaan. Eindelijk vrij om in het regelwoud te schrappen, zonder dat je bang hoeft te zijn dat je een EU-richtlijn overtreedt!

Laten we onszelf niet voor de gek houden: uit de EU stappen en een confederatie vormen is niet enkel een kans. Het is bittere noodzaak. De huidige EU is ieder zinnig doel voorbij geschoten, en stevent recht op de ondergang af. Hoe lang is een unie houdbaar die het ene fiscale gat dicht met het andere? Wat is de waarde van een unie die enerzijds vele miljarden opslokt ten behoeve van subsidies en noodfondsen, en anderzijds tienduizenden pagina’s aan absurd gedetailleerde wet- en regelgeving uitbraakt? Het is hoog tijd voor het einde van die Eurocratie!

Enkel door de EU achter ons te laten, en de geweldige kans van een confederatie te grijpen, kunnen we realiseren wat we eigenlijk met de Europese samenwerking wilden bereiken: eendracht waar dat nuttig is, en verder volledige autonomie. De hoogste winst die er te halen valt, tegen de laagste kosten. Europa is door de bureaucraten in een nachtmerrie verandert, maar als we zelf de macht terugnemen, kunnen we de Europese droom hervinden, én waarmaken.

De realisering van een confederaal (Noord-)Europa komt steeds dichterbij, maar de weg is nog lang, en zal nog best wat scherpe bochten kennen. Degenen die zich afhankelijk hebben gemaakt van de Eurocratie zullen iedere kans grijpen om het tegen te werken. Het is echter een feit dat de huidige EU steeds dichter bij het punt komt dat ze onder haar eigen gewicht bezwijkt. De wal zal het schip hoe dan ook keren. Laten we echter hopen dat we, vóór het tot een rampzalige botsing komt, een nieuwe koers kunnen uitstippelen: een koers richting de Europese vrijheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten