De aard van het kwaad. Wat kunnen wij daar eigenlijk van zeggen? Ik vraag mij dat af omdat er een fascinerende discussie ontstond toen een lichtelijk verdwaalde geest een nogal beschimpend bericht op Facebook plaatste, aangaande enkele uitspraken die Paus Franciscus onlangs over het kwaad en de duivel heeft gedaan.
Helaas liep die discussie, zoals eigenlijk altijd, snel uit op een verbale strijd tussen gelovigen en atheïsten, die al snel nog maar weinig te maken had met het originele onderwerp. In die escalerende discussie raakte het eigenlijke onderwerp (de aard van het kwaad) snel ondergesneeuwd. Toch zit daarin een aardig vraagstuk. De Paus beschrijft het kwaad - te weten de duivel - als een actieve kracht. Zijn woordkeus is daarbij nogal beeldend, dus hoe letterlijk we dat moeten nemen blijft onduidelijk.
Zelf vermoed ik dat die woordkeus niet de verstandigste is geweest. De aard van het kwaad is volgens mij per definitie negatief. Zoals duisternis de absentie van licht is, zo is het kwaad de absentie van het goede. En precies zoals het licht de duisternis verdrijft, kan het kwaad niet bestaan waar het goede heerst. Omgekeerd zal het kwaad automatisch en moeiteloos heersen waar het goede niet actief aanwezig is.
Daarin ligt een zekere verbintenis met het Christelijke besef dat de mens "geneigd is tot het kwade". Accurater geformuleerd: de mens die niet actief kiest voor het goede, kiest daarmee voor het kwade. Wie neutraal wil zijn, kiest feitelijk partij voor het duister. Dit maakt het kwaad tot iets anders dan de Paus beschrijft. Het is geen actieve macht. Het kwaad schuilt in het verzaken van het goede.
Het kwaad is geen actieve kracht, maar is juist geheel latent. Dat is echter een misleidend attribuut, dat ons het kwaad onterecht doet onderschatten. Het is wel latent, maar ook universeel aanwezig. De uitwerking ervan ligt verscholen in menselijke zwakte. De mens wordt niet actief aangetrokken door het kwaad, maar vervalt er automatisch in door het goede te verzaken. Het goede vereist per definitie morele en intellectuele inspanning, het kwade niet.
Uiteindelijk is het dus morele luiheid waar wij voor moeten waken. Ledigheid, zo blijkt, is nog altijd des duivels oorkussen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten