Zelfs de grootste rijken en oudste culturen kunnen
verstikken in het stof van de woestijn – als ze niet immer waakzaam zijn. Dat
is een les die men op wrede wijze heeft geleerd in het land dat wij “Egypte”
noemen.
Het is één van de oudste beschavingen die we kennen. Al
duizenden jaren geleden waren de oevers van de Nijl het woongebied van mensen,
en er ontstond een maatschappij die al tweeënhalfduizend jaar vóór Christus
begon met het bouwen van de piramides die er nu nog staan. Het land heette
destijds geen “Egypte” – de mensen die er leefden noemden het “Kemet”. Zwarte
aarde, betekent dat eigenlijk. Een verwijzing naar de vruchtbare donkere
grond langs de Nijl, zo totaal anders de “deshret”, de rode aarde –
oftewel de woestijn.
Het oude Kemet werd uiteindelijk veroverd door de Perzen,
maar de ontwikkelde cultuur bleef gewoon bestaan – ook toen de Perzen weer
werden verjaagd door de Grieken (onder Alexander de Grote) die het land
inlijfden in de Helleense wereld. Ze noemden het land in eerste instantie Χημία
(Khēmía), maar al snel werd een andere naam gebruikt: Aígyptos.
De Grieken zelf houden vol dat deze naam werd afgeleid van
“Aigaiou huptiōs” (Aἰγαίου ὑπτίως), dat zoveel betekent als “bezuiden de
Aegeïsche Zee”. Of dit waar is, wordt betwist, maar het staat vast dat de oude
beschaving van Kemet en de Helleense beschaving in haar hoogtijdagen op
wonderbaarlijke wijze op elkaar aansloten. Zoals overal waar hij ging lette
Alexander de Grote er op dat de lokale cultuur behouden bleef, en nam hij
waardevolle elementen op in de bredere Helleense cultuur die hem voor ogen
stond. Een wijze strategie.
Ptolemaeus (eigenlijk: Ptolemaios) was een veldheer onder
Alexander. Toen Alexander in het jaar 323 voor Christus overleed, kreeg
Ptolemaeus het bevel over Aígyptos. Over de afkomst van de generaal bestond al
tijdens diens leven grote onduidelijkheid. Officieel was hij de zoon van een
relatief onbekende Macedonische edelman, maar er waren ook geruchten dat hij
een zoon van Philippos II (en diens concubine Arsinoë) was – en dus een
halfbroer van Alexander de Grote. Wellicht stamde hij dus van koningen af, maar
in ieder geval stamden er koningen van hem af: in 305 voor Christus liet hij
zich tot koning kronen. Daarmee stichtte hij de dynastie der Ptolemaeën, die de
volgende drie eeuwen zou heersen over Aígyptos.
Het was de eerste Ptolemaeus die begon met de bouw van de
vuurtoren van Pharos en een grote bibliotheek; beide projecten werden door zijn
zoon en erfgenaam voltooid. Deze ontwikkeling is kenmerkend voor het
Ptolemeïsche Aígyptos: een voortdurend streven naar vooruitgang en beschaving,
zonder de oude tradities uit het oog te verliezen. Het was een krachtig en
vitaal land, dat zich uitstrekt van zuidelijk Syrië tot Cyrenaica (het
oostelijk deel van het huidige Libië), en in het zuiden tot de grens met Nubië.
Alexandrië groeide onder de Ptolemaeën uit tot de
belangrijkste stad van de Hellenistische wereld, een knooppunt waar alle wegen
elkaar troffen, en waar zowel ideeën als goederen werden uitgeruild. Aígyptos
trok immigranten uit alle delen van die Hellenistische wereld, en werd het
culturele centrum van die beschaving. Dit alles zonder de oude beschaving van
het vroegere Kemet te verzaken. Integendeel, de Ptolemaeën omarmden die cultuur
net zo goed. Er ontstond een rijke Helleens-Aígyptische cultuur, waardoor de
eeuwen – zo niet millennia – oude culturen elkaar verrijkten en aanvulden.
Maar aan alles komt een eind, en zoals bekend was ook de
Hellenistische grootmacht niet het eeuwige leven beschoren. Aígyptos bleef
rijk, maar de expansie van de Romeinen was uiteindelijk niet meer te stoppen;
Aígyptos werd ingelijfd en werd een Romeins wingewest onder de naam Aegyptus.
Anders dan de Hellenen, echter, was er nauwelijks een migratie van Romeinen naar
hun nieuwe provincie. De Helleens-Aígyptische cultuur bleef dan ook vrijwel
onaangetast, ook nadat de laatste der Ptolemaeën – niemand minder dan Cleopatra
VII – een einde aan haar leven maakte, en daarmee ook aan de dynastie.
Ook de verschijning van het Christendom bleek geen
bedreiging voor deze rijke cultuur – eerder een verrijking in zichzelf. Al in
de eerste eeuw werd het jonge geloof geïntroduceerd in het oude Aígyptos: het
werd een huwelijk tussen oude wijsheid en een nieuw besef van het goddelijke.
De tijd van de oude goden was voorbij, en de Helleens-Aígyptische cultuur werd
in de daaropvolgende eeuwen een Christelijke cultuur. De oude Helleense
invloeden werden geheel niet als vreemd gezien, zeker niet nadat het Romeinse
Rijk in twee delen werd opgesplitst, en “Aegyptus” verder ging als deel van het
Oostelijke, Byzantijnse Rijk. Dat was uiteindelijk toch een Griekse
aangelegenheid, en Aegyptus werd wederom Aígyptos.
Tot in de zevende eeuw na Christus. Toen kwam aan ruim negen
eeuwen Aígyptos een eind – en hoe ook anders dan door de Islamitische expansie?
In de jaren 639 – 642 werd het land veroverd door de Arabische moslims, die het
bij hun Islamitische theocratie inlijfden, en een einde maakten aan de cultuur
die ooit het licht van de bekende wereld had mogen heten. Aígyptos hield op te
bestaan, en werd vervangen door Miṣr. Dit is de Arabische naam van het
land dat wij tegenwoordig Egypte noemen. Soennitische Islam werd in dit land de
dominante religie, en de oude Helleens-Aígyptische cultuur – vertegenwoordigd
door de Christenen – raakte in de verdrukking. Het land is nooit meer
terugveroverd door het westen. Men heeft erbij gestaan en nog geen vinger
opgeheven terwijl het licht van Alexandrië werd uitgedoofd.
Is dit dan het einde? Nog niet. Het licht is nog niet
helemaal uit. De Islamitische heerser van Miṣr hebben hun uiterste best gedaan,
maar Miṣr heeft Aígyptos niet geheel kunnen vernietigen. En
twijfel er niet aan dat dit het doel was: als de moslims spraken over hun
christelijke vijanden noemden ze die vanaf het begin al de Aígyptenaren –
waarbij Aígyptos werd verbasterd naar Gyptos, en vervolgens naar het Arabische Qubṭī…
Wij noemen hen tegenwoordig de Kopten.
De geschiedenis leert ons waakzaamheid, en wie die waakzaamheid betracht zal zien dat één van de oudste culturen ter wereld op dit moment in acuut levensgevaar is. We weten dit eigenlijk al sinds het jaar 639 en we doen er al sinds het jaar 639 niets aan. We kunnen dat nog herstellen. We kunnen optreden, en de Moslimbroeders van Miṣr duidelijk maken dat een aanval op de Kopten een aanval op het Westen is. Dat we onze broeders te hulp zullen komen. We kunnen ook niets doen, zoals we al eeuwen niets doen, en toekijken hoe Aígyptos uiteindelijk toch verstikt in het stof van de woestijn. Toekijken hoe het licht daar voor eeuwig uitgaat.
De keuze is nu aan het Westen: knielen we voor duisternis, of staan we eindelijk op om duizenden jaren beschaving te redden van de ondergang? Kiezen we als lafaards voor Miṣr, of kiezen we toch voor Aígyptos? Het antwoord op deze vragen zal een indicatie zijn voor hoe de toekomst van het Westen als geheel er uit gaat zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten