donderdag 29 november 2012

Op zoek naar de waarheid




Plato, Aristoteles, en het realiteitsbesef van de Westerse filosofie

Wat is waarheid? Uiteindelijk is dat de meest fundamentele vraag van de filosofie. Niet “wie ben ik?” of “wat is de zin van het leven?” of enige andere existentiële vraag. Om vragen over het bestaan te stellen, moeten we eerst weten wat echt bestaat, en wat de aard van dat bestaan is. Wat is wáár? Wat is echt? Wat is werkelijkheid?

De grondleggers van de Westerse filosofische traditie – Socrates, Plato en Aristoteles – hielden zich al bezig met deze vraag, hoewel ze niet tot dezelfde conclusies kwamen. We kennen Socrates enkel via de werken van Plato, waarin Plato de Socratische leer verdedigt. Er bestaat zelfs de theorie dat Socrates nooit bestaan heeft, en een verzinsel van Plato was, om diens eigen denkbeelden uit te dragen. Of dit het geval is geweest is onmogelijk na te gaan, maar het is in ieder geval een feit dat Plato en Socrates één hoofdstroming in het Westerse realiteitsbesef vertegenwoordigen, terwijl Aristoteles de andere hoofdstroming belichaamt.

donderdag 8 november 2012

Alle wegen leiden naar...


Hoe Republiek onvermijdelijk moest wijken voor Imperium.

Rome – méér dan een stad, meer zelfs dan de eeuwige stad – het is een idee, een symbool. Het woord “Rome” staat in ons collectieve bewustzijn voor de ultieme belichaming van Imperium. Het was het Romeinse Rijk dat een vorm bood waar alle latere Europese Rijken zich naar modelleerden. Toch was Rome gedurende vijf eeuwen juist de belichaming van de Republiek. Het is een vreemd idee, dat de archetypische Republiek uiteindelijk het archetypische Imperium werd. Toch geloof ik dat het (bijna) niet anders kon. Er zijn maar weinig scenario’s denkbaar waarin de Republiek het overleefd zou hebben. Uiteindelijk hadden alle wegen van de geschiedenis naar het Romeinse Rijk geleid.