Eerder deze week was het weer raak: het aksievolkje van Greenpeace besloot weer eens dat democratie een veel te verfijnd instrument voor ze is. Er gebeurt iets dat ons niet bevalt? Er wordt een kolencentrale aangelegd waar wij geen zin in hebben? Tja, we kunnen natuurlijk net als ieder normaal burger steun voor ons standpunt gaan winnen, maar waarom zouden we – als we ook gewoon met grof geweld de boel kunnen verstieren?
Want het is geweld, wanneer activisten een bouwplaats gaan bezetten en eerlijke vaklui beletten in de uitvoering van hun taken. Vergist u zich daar niet in! Geen geweld tegen personen deze keer, hoewel Greenpeace daar ook een handje van heeft (door bijvoorbeeld rotsblokken in zee te werpen in de hoop dat schepen daar tegenaan varen en onschuldige vissers verdrinken).
Maar wat is het anders dan geweld, als je fysieke macht uitoefent om jouw wil aan anderen op te leggen? Dit geweld heeft ook nog eens een politiek doel: ze willen met hun actie (zie de vele posters, hoor de gescandeerde leuzen) steun vergaren voor hun doelen, en hun tegenstanders intimideren (zie de woeste gebaren, hoor het gescheld tegen de constructiemedewerkers). We hebben hier een woord voor: terrorisme.
Toegegeven, in dit geval een milde vorm, maar toch onmiskenbare terreur. Waarom staan we dit toe, in een beschaafd land? Natuurlijk is het een groot goed dat belangengroepen hun mening mogen verkondigen, wat voor mening het ook is – maar een mening uitdragen is niet hetzelfde als een mening opleggen. Greenpeace houdt zich in dit geval vooral met het laatste bezig, en dát gaat te ver.
Vooral absurd is het feit dat deze ‘bezetters’ zich beroepen op de wet, terwijl ze zelf de wet met voeten treden. De Raad van State heeft besloten dat de vergunningen voor de energiecentrale-in-aanleg op een beperkt aantal punten niet aan de eisen voldoen. Dus de jongens en meisjes van Greenpeace zullen wel eens effe zorgen dat er geen paal meer de grond in gaat! Zelfs als ze een punt hebben, dan horen ze zich te beklagen bij de politie of bij de rechter. Wat ze hier doen is je reinste eigenrichting.
Daar komt bij dat ze helemaal niet sterk staan. De provincie heeft expliciet toestemming gegeven voor de verdere bouw, omdat de aandachtspunten in de vergunningen zonder al te veel moeite kunnen worden aangepakt. De bouw kan ondertussen gewoon doorgaan. Dat is de keuze van de provincie en van de energiemaatschappij zelf. Mocht de het vergunning alsnog halen, dan hebben zij extra geld gestoken in een centrale die nooit aangezet mag worden. Dat ze doorgaan met bouwen toont aan hoe stevig hun positie is.
Wellicht zal, als het niet goed komt met de vergunning, de rechter zelfs bepalen dat het centralegebouw afgebroken moet worden, op kosten van de energiemaatschappij en de provincie. Als Greenpeace écht een grond tot protest had, dan zouden ze daar toch op aansturen? Dat doen ze niet, en de reden is simpel: Greenpeace wil geen slimme of goede oplossing. Greenpeace wil terreur.
Deze gang van zaken vertelt ons alles dat we hoeven te weten over een club die een ideaal tot een dogma heeft gemaakt, en een protestbeweging tot een haatcampagne. Ja, het milieu verdient ook bescherming, en er zijn mensen en organisaties die daar zorg voor moeten en kunnen dragen. Greenpeace behoort daar niet toe. Greenpeace bezoedelt met het verbeten fanatisme van de ware dogmaticus de boodschap van welwillende en redelijke mensen die het milieu een wam hart toedragen.
En laat daar geen misverstand over bestaan: dit artikel is niet geschreven om de bouw van de kolencentrale te verdedigen. Ik ben zelf een verklaard tegenstander van die inderdaad vervuilende en overbodige kolencentrale. Anders dan de meeste milieuorganisaties pleit ik voor een kerncentrale als alternatief, maar dat maakt mij niet minder tégen de kolencentrale gekant.
Tegen vervuilende technieken, tegen het vernielen van kostbare natuur, mag men zich zonder meer verzetten. Graag zelfs! Maar dat dient te gebeuren op een wettige, democratisch gesanctioneerde wijze. Er zijn tal van organisaties die zich daar ook met hart en ziel voor inzetten, en ze verdienen daarvoor alle lof.
Greenpeace hoort niet tot die organisaties, en verdient ook niets anders dan minachting. “Green” kunnen ze nog heten, maar met “peace” hebben ze al lang niets meer te maken. Ze achten verwerpelijke middelen geoorloofd om hun visie af te dwingen, en daarmee zetten deze “activisten” zichzelf buitenspel. Greenpeace behoort dan ook op de composthoop van de geschiedenis, en tot het zo ver is op de lijst van verboden terroristische organisaties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten