De vrijwillige samenleving in de praktijk
De voorstanders van overheidsmacht, die variëren van
totalitaire collectivisten tot pleitbezorgers van de minimale nachtwakersstaat,
vinden zich verenigd in hun afwijzing van een volledig vrije en vrijwillige
samenleving. Het voluntaristische ideaal van een maatschappij waarin alle
interacties tussen mensen berusten op de vrijwillige instemming van alle
betrokkenen heeft volgens deze critici nog nooit bestaan. Om te beginnen is een
dergelijke argumentatie als discussietactiek intellectueel oneerlijk: een idee
dat nog nooit eerder is uitgevoerd kan geen praktijkvoorbeelden tonen. Betekent
dit dat het dus nooit uitgevoerd mag worden? Men mag aannemen dat voor alles
een eerste keer bestaat, en dat innovatie de bron van alle vooruitgang is.
Daarnaast is de stelling dat het voluntarisme (ook wel:
anarchokapitalisme) nooit heeft bestaan simpelweg incorrect. Het heeft op
lokale schaal regelmatig bestaan, over de hele wereld, de afgelopen 6000 jaar. Het
bleek consequent goed en vreedzaam te functioneren, maar juist de
kleinschaligheid maakte de voluntaire gemeenschappen kwetsbaar voor verovering
en onderwerping door minder vrijheidslievende entiteiten. Deze zwakte tegenover
agressie van buitenaf bleek keer op keer de doodssteek voor kleine
voluntaristische communes. Dat deze zwakte puur voortkwam uit de kleine schaal
van dergelijke gemeenschappen, en niet te maken had met hun vrijwillige
organisatievorm, wordt afdoende bewezen door het feit dat kleine gemeenschappen
die zich wel van een overheid bedienen óók kwetsbaar bleven voor
verovering.
Nog overtuigender bewijs dat een voluntaristische
samenleving op grotere schaal veel minder kwetsbaar zou zijn voor verovering
van buitenaf wordt echter geleverd door de geschiedenis. Om precies te zijn
door het simpele feit dat het voluntarisme de basis geweest van een gehele
samenleving, die 392 jaar lang heeft bestaan. Het Gemenebest IJsland heeft in
de middeleeuwen, in een periode dat de rest van Europa voortdurend werd
verscheurd door oorlogen tussen allerlei overheden, in vrede en welvaart kunnen
bestaan. Zonder leger. Zonder politie. Zonder wetboek. Zonder dat er ook maar
een cent belasting naar een overheid ging. (Ter vergelijking: de Verenigde
Staten van Amerika bestaan pas 238 jaar. Het zou nogal gewaagd zijn om een
samenleving die het 154 jaar langer volhield zomaar af te serveren als een
soort “experiment”.)
De enige reden dat het Gemenebest uiteindelijk ophield te
bestaan is, interessant genoeg, dat men de vergissing had gemaakt bepaalde
regels in te voeren, die als wetten werden gezien, en dat men na de Kerstening
afdrachten was gaan betalen aan de Kerk. Niet de absentie van wetten en
belastingen waren het probleem, maar de sluipende invoering ervan via de
achterdeur. Dit artikel zal pogen een beeld te geven van de geschiedenis van
het Gemenebest, van de vrije en ongedwongen maatschappij die daar bestond, en
van de verkeerde inschattingen die tot de ondergang van dat systeem hebben
geleid. De inzichten die daaruit voorkomen zullen van groot belang zijn bij
enige poging om vandaag de dag een vrije maatschappij in te richten.